over hem gesproken. Behalve school
meester was hij voorlezer, voorganger en
koster in de kerk, met de verplichting een
preek te lezen wanneer de predikant 's
zondags niet kwam opdagen. Later werd
hij ook benoemd tot wijkmeester en bode
van het gemeentehuis.
Intussen breidde zijn gezin zich jaarlijks uit
de uit de Oranjepolder had al geklaagd
over het feit dat hij al enige jaren het
hoogst was aangeslagen, namelijk 11,-,
en gevraagd om gelijk gesteld te worden
met Mesu van 't Hollandshof, die maar
7,84 moest betalen. Zijn verzoek was
afgewezen, omdat hij op zijn bedrijf meer
paarden hield dan Mesu.
Het voormalige schooltje van Kleverskerke aan
de Dorpsstraat 39. (Foto Leo Hollestelle)
en werd het voor Van de Wal steeds moei
lijker om van zijn traktement rond te
komen. Herhaaldelijk vroeg hij het
gemeentebestuur om verhoging van zijn
inkomen. Hoewel zij zich ervan bewust
waren dat hij het moeilijk had, kon er niet
aan voldaan worden omdat men nog
steeds zat met de verplichte kosten van
het abonnement op het Staatsblad en de
schutterij. En de belasting verhogen? Nee,
dat kon ook niet, want boer Van 't Westein-
Niet dat de financiële toestand van Kle
verskerke zo moeilijk was, want zonder uit
zondering werd elke rekening met een
batig saldo afgesloten: die van 1818 bij
voorbeeld met 381,- en die van 1823
met 145,-.
Nadat de schoolopziener op 9 juni 1837
het schoollokaal had afgekeurd omdat het
te laag, te smal en te donker was, moest
de gemeente uitzien naar een nieuw
onderkomen. Zoals te begrijpen valt, had
men daar niet de financiële middelen voor.
Na veel touwtrekken zwichtte de provincie
uiteindelijk en gaf de benodigde subsidie,