fsJN
Van de redactie \>m/
Elke Wete heeft een vast patroon: eerst
een aantal artikelen van verschillende
omvang, dan enkele vaste rubrieken, zoals
archiefvondsten, Vadertjes, nieuwe uitga
ven, vervolgens reacties en oproepen en
als laatste mededelingen van het bestuur
van onze vereniging en informatie over
andere Walcherse of Zeeuwse zaken die
met heemkunde te maken hebben.
Over de onderdelen 'reacties' en 'oproe
pen' willen wij het deze keer hebben. Al
vanaf de eerste jaargangen van De Wete,
dus al zo'n 25 jaar, biedt De Wete de
mogelijkheid om vragen van leden op te
nemen. Andere leden en overige lezers
kunnen hierop reageren. Zinvolle reacties
worden dan in een volgend nummer
geplaatst.
Er kunnen interessante reacties binnen
komen, maar de oogst is niet altijd groot.
Sterker nog: er blijven toch nogal eens
vragen onbeantwoord.
Wij zouden graag meer respons willen
hebben. Dat moet toch mogelijk zijn met
een ledental van bijna 2.200 en een
lezerspubliek dat wellicht twee tot drie keer
zo groot is? Soms horen wij in de wandel
gangen (Walcheren is immers een eiland!)
wel wat antwoorden op vragen die in De
Wete zijn gesteld rondgaan, maar niet
altijd bereiken die antwoorden daadwerke
lijk de redactieburelen.
Nog steeds willen wij bijvoorbeeld graag
meer weten over hardstenen paaltjes, en
wie kan ons meer vertellen over de her
komst van het artikel over de Oostkappel-
se ringrijderij? Vragen uit de april-Wete.
Schroom niet te reageren.
In deze juli-Wete weer een gevarieerde
inhoud, waarmee u de zomertijd wel door
kunt komen. We beginnen met een inte
ressant verhaal, geschreven door de heer
Brasser, over het dorsen op Walcheren in
de jaren dertig en veertig. Op creatieve
wijze werd er in de oorlogsjaren gesjoe
meld met de dorsboekhouding, maar daar
door bleef er wel extra voedsel over voor
de hongerende Walcherse bevolking.
Jan Moekotte laat zien dat we ook eens
naar beneden moeten kijken als we door
de Middelburgse binnenstad wandelen.
Over zijn ontdekkingen (putdeksels) kunt u
hier meer lezen,
Jules Braat beschrijft de lotgevallen van de
Marechaussee op Walcheren. Nog altijd is
dit wapen, zoals dat zo mooi wordt aange
duid, op Walcheren werkzaam.
Robbert Jan Swiers zat weer eens met zijn
neus in de boeken en kwam een oud
stadszegel van Middelburg tegen, waar
over hij ons het een en ander wil vertellen.
De heer J.H.F. Schwartz schreef een inte
ressante reactie op een eerder gepubli
ceerd verhaal over de werkzaamheden
van Veerse bergers aan het eind van de
vorige en het begin van deze eeuw.
De heer Midavaine besluit de artikelen
reeks met een verhaal over het dorp
Kleverskerke.
In deze juli-Wete ook de teksten van de
ledenvergadering en het jaarverslag, zodat
u weer helemaal bij bent.
Leo Hollestelle