over tien jaar uit zou kunnen zien. De toe komst kennen we niet maar we kunnen hem wel verkennen. In deze schriftelijke bijdrage is het helaas niet mogelijk een visueel beeld te schetsen zoals dat is gebeurd bij de lezing op 11 maart van dit jaar. Deze schriftelijke bijdra ge kent daarom zo zijn beperkingen. Vertrekpunten De vertrekpunten aan de hand waarvan het beeld van 2010 2 geschetst zal worden zijn: - prognoses met betrekking tot be volkingsgroei en woningbehoefte; - beleidsafspraken/ambities met betrek king tot de ViNEX-taakstelling woningbouw; - ruimtelijk beleid, op hoofdlijnen vastge legd in het Streekplan Zeeland; - marktontwikkelingen en trends. De provinciale bevolkingsprognose is onder andere basis voor de woningbehoef te. Het provinciaal woningbouwprogramma 1997-2006 is voor deze gelegenheid door getrokken tot 2010 in een onderverdeling tussen stadsgewest en platteland. Prognose en grondgebruik De prognoses of beter gezegd de ambities voor het stadsgewest hebben een sterke relatie met de Vinex1. Dit is overigens niet zo verwonderlijk omdat de ViNEX-afspraken gebaseerd zijn op reële prognoses. Ver wacht mag worden dat het stadsgewest tot 2010 nog zo'n 4.000 woningen zal willen bouwen. Of dit ook gehaald zal worden hangt sterk af van de markt en de concur rentiepositie met bijvoorbeeld Goes maar ook met het platteland van Walcheren. De woningbouw op het platteland is in het Streekplan Zeeland enigszins aan banden gelegd. Er mag alleen nog gebouwd wor den voor de opvang van de eigen natuur lijke groei. Verwacht mag worden dat het platteland tot 2010 nog zo'n 600 tot 800 woningen zal bouwen. Ook hier zijn markt ontwikkelingen sterk bepalend. Met deze bouwaspiraties is in het stadsge west een ruimtebeslag gemoeid van 150 tot 250 hectare en op het platteland van 30 tot 45 hectare, nog exclusief de ruimte voor bedrijfsterreinen en dergelijke. 0 Belangrijk element bij het bepalen van de bouwopgave is de samen stelling van de bevolking. Door de sterk toenemende vergrijzing neemt niet alleen kwantitatieve woningbe hoefte af maar zal zelfs de samenstelling van de bestaande woningvoorraad aange past moeten worden. Bewoning door ouderen eist op ouderen toegesneden woningen. De woningvoorraad zal beter toegankelijk, bruikbaarder en veiliger moe ten worden. Seniorenvriendelijk, aanpas baar, flexibel of levensloopbestendig. Tegenwoordig is daar met name in de par ticuliere bouw nog veel te weinig aandacht voor. En wat te denken van het bouwvolume. Door de bank genomen blijft men traditio neel eengezinswoningen bouwen met een steeds toenemende inhoud. Straks zitten veel senioren alleen of met z'n tweeën in woningen met volumes tot 700 m3, waar van slechts de helft effectief gebruikt wordt. Een dergelijk bouwbeleid is dus niet erg toekomstgericht. Streekplan Welke elementen uit het Streekplan Zee land zijn belangrijk voor de ontwikkeling van Walcheren tot 2010? Gekozen is voor een bundeling van

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 17