Een ander merkt op dat hij er weinig voor voelt om met dit mistige weer grote reizen te gaan maken. Ook aan deze kanten zit er ai schardijn. De VE 10 heeft gisteren onder Domburg vijfhonderd kilo schardijn gevangen. Misschien is het toch beter om, als het zicht wat beter wordt, het eerst maar eens in de buurt van de Steenbank te gaan proberen, concludeert de beman ning van de ARM 46 ten slotte. Piet van Belzen, het jongste maatje, wordt de wal opgestuurd om een broodje te gaan halen bij bakker Luyk in de Kapellestraat. Het is stil op de kaai. Een paar boeren- vrouwtjes, diep in de zwarten wollen omslagdoek gepakt, zijn op de fiets op weg naar de slager of de groenteboer. Ver der is er geen kip te bekennen. Het is bijna half twaalf, de mist trekt wat op en gaat langzaam over in laaghangende bewolking. Op het Hoofd besluit veerman Cent Schip pers de veerdienst om twaalf uur te hervat ten. Een zestal passagiers doodt in de Campveerse Toren de tijd met het leggen van een kaartje en met het drinken van een kopje koffie of een borreltje. Meindert Minneboo, de machinist van de veerboot, komt de gelagkamer binnen met de bood schap dat de boot om twaalf uur vertrekt. Even afrekenen, heren! Ook schipper Potappel van de tjalk Eben Haëzer uit Stavenisse die geladen met suikerbieten in de haven ligt, komt eens poolshoogte nemen op het Hoofd. 'Het zicht is al heel wat verbeterd,' zegt hij tegen de veerman, 'ik ga het er maar op wagen. In ieder geval kan ik vanmiddag over de vloed tot het Goese Sas komen. Daar kan ik dan zien of het verantwoord is om vanavond nog door te varen naar Din- teloord.' In de kanaalmonding hervat de baggermo len van Bos en Kalis de werkzaamheden. Om verzanding tegen te gaan moet er in en voor de kanaalmonding ten minste een maal per jaar worden gebaggerd. Het naargeestige, krakende en piepende geluid van de baggeremmers die in een ononderbroken regelmaat uit het water omhoog komen en die boven in de molen één voor één hun lading in de schacht kie peren, klinkt eentonig over het stadje. Via een schuif wordt de modder in onderlos- sers gestort die door de sleepboten van Smit (de zogenaamde geelpijpers) het Veersegat worden ingesleept en daar in de stroomgeul worden gelost. Regelmatig is het geluid van de stoomfluiten in het stille in nevel gehulde Veere te horen. Het samenspel van al deze geluiden, de nevel en de stilte waarin stad, zee en land zijn gehuld, doet een heel aparte sfeer ont staan, een beetje melancholisch. Aan de steiger van het zeemijnenmagazijn ligt de mijnenlegger Hydra afgemeerd. Er wordt een aantal mijnen ingeladen. De marine lijkt paraat in deze tijden van toe nemende internationale spanning. Het in een loodgrijze kleur geschilderde schip past vandaag wonderwel in zijn omgeving. Als de havenmeester aan het eind van de middag over het havenbruggetje huiswaarts loopt, neemt de mist alweer toe. Het wordt al snel donker. De lichtjes in de winkeltjes op de Kaai branden al, een zwak gelig licht schijnt door de kleine etalageruitjes. Een paar kaaiwerkers gaan op weg naar huis. Ze hebben een zware werkdag ach ter de rug. De rode achterlichtjes van hun fietsen verdwijnen langzaam in de mist. C. Leeman

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 28