Veerse sferen De kleine wereld op een mistige oktoberdag 1937 hedendaagse woningbouw uitsluitend luxe is; niet nodig om alle huishoudens een dak boven het hoofd te bieden. De meeste huishoudens hebben al een woning maar willen graag een andere, een nieuwe, een mooiere, een grotere. Overigens zou ik niemand dat recht willen ontzeggen. Je zou kunnen zeggen dat er een grote spanning zal ontstaan tussen individuele wensen en collectieve waarden. Willen we tegemoet komen aan de wens van de con sument of is ons de open ruimte van het platteland ook wat waard en willen we vita le steden en dorpen? Er is als het ware een soort wedloop gaan de tussen gemeenten. Er vindt maar wei nig afstemming plaats en onder het motto 'als ik de woningen niet bouw, dan doet de buurgemeente het wel' wordt weer een nieuw weitje volgebouwd. Daarom is het tijd voor een oproep, een oproep zoals een corporatiedirecteur in het noorden van het land aldaar al eens gedaan heeft, een oproep tot het oprichten van een actiegroep, een actiegroep 'Stop de Woningbouwwedloop' opdat ook hedendaagse kunstenaars inspiratie zullen vinden op Walcheren. Henk Nijssen De heer Nijssen is beleidsmedewerker Volks huisvesting Afdeling Ruimtelijke Ontwikke ling van de Directie Ruimte, Milieu en Water van de Provincie Zeeland. 1. Staat voor Vierde Nota EXtra voor de ruim telijke ordening; het beleid van de regering op het terrein van de ruimtelijke ordening. Dagenlang is het al rustig, nevelig weer; een dik, grijs wolkendek ligt over eilanden en zeegaten als een zachte grijze deken. Op sommige dagen blijft de dikke mist van de vroege morgen de gehele dag hangen, het dwingt de vissers tot nietsdoen. Het veer op Kamperland vaart dan niet. Op zo'n dag is het nog stiller dan het nor maal al in Veere is. Het geratel van de bie tenwagens op de kaai klinkt net als alle andere geluiden gedempter dan anders. De torens van de Dom en van het stadhuis vervagen in de mist, de torenspitsen zijn onzichtbaar. Zo is het ook op deze oktoberdag in 1937. Uit de kachelpijpjes op het voordek van de hoogaarzen in de haven kringelt traag wat rook omhoog. De vissers zitten in het voor onder bijeen rond het avenpeurtje, het driepootkacheltje, en bespreken de kansen om in deze periode nog wat te verdienen met de schardijnvangst. In Breskens is gisteren wel zo'n vijftig ton schardijn aangevoerd en ook in Vlissingen is er redelijk wat schardijn binnengebracht. 'Ik denk erover om vanuit Vlissingen te gaan vissen,' zegt schipper Caljouw van de ARM 46, 'Blonze van de ARM 35 is daar ook al en Kobus Minneboo ligt met de VE 24 in Zeebrugge.'

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1998 | | pagina 22