het 'bui-stooteffect'. Met de mogelijkheid werd rekening gehouden dat in verband met de relatieve zeespiegelrijzing dit peii van 5,65 meter in de toekomst zou moe ten worden verhoogd.3 Boulevards Evertsen en Bankert In 1962 werd het Waterloopkundig Labora torium te Delft de opdracht verstrekt tot het verrichten van een modelonderzoek naar de mogelijkheden tot verbetering van de zeewering Boulevards Evertsen en Ban kert. Uitgangspunt van dit onderzoek was dat het dwarsprofiel van de zeewering zodanig verbeterd diende te worden dat gedurende een storm waarbij het ontwerp- peil werd bereikt, achter deze zeewering geen schade zou optreden. Als grens voor de hoeveelheid overslagwater werd gesteld 2 liter per meter dijk per seconde. Diverse ontwerpen werden onderzocht. De plannen 'voorlangs' hadden het bezwaar dat het badstrand zo goed als geheel ver dween of een zo hoge dijk vóór de boule vards moest worden gemaakt dat het uit zicht geheel verdween. Uit het onderzoek volgde dat het aanbrengen van alleen een dijk 'achterlangs' bij een kruinhoogte van NAP 9,00 meter voldoende bescherming bood als waterkering. De bebouwing ervoor (dus op de boulevards) zou dan evenwel bij een superstorm worden beschadigd of gedeeltelijk verloren gaan. Als tweede eis werd gesteld dat de bebou wing gedurende een superstorm niet of nauwelijks beschadigd zou mogen worden. Een moeilijkheid vormde het vaststellen van de toelaatbare kracht die op de bebouwing mocht worden toegelaten. Omdat bij de stormvloed van 1 februari 1953 de bebouwing hoegenaamd niet werd beschadigd, werd de toen optreden de kracht als criterium aangehouden en in het model ingevoerd. In de periode 1974-1976 kwam de dijkver zwaring achterlangs gereed. In mei 1981 werd begonnen met de versterking van de zeezijde, bestaande uit een keermuur van gewapend beton met oversteek, een zoge naamd parapet, waardoor de golven wor den teruggeslagen, het versterken en ver breden van de bestaande glooiing en berm en het aanbrengen van een gesloten asfaltbekleding achter de keermuur; dit laatste om verwatering van de grond ach ter de keermuur tijdens een hoge water stand te voorkomen. Boulevard de Ruyter De Boulevard de Ruyter is een apart hoofdstuk, omdat de ligging ervan aanmer kelijk ongunstiger is dan die van de Boule vards Bankert en Evertsen. Het oorspronkelijke tracé van de bebou wing, vroeger Westzeedijk genoemd, ver schilt niet van het tegenwoordige. Het is als inlaagdijk aangelegd en tussen 1326 en 1331, wegens doorbraak van de voor liggende hoogwaterkering, hoogwaterke ring geworden. Het Leugenaarshoofd en het uitstekende gedeelte waarop nu het standbeeld van De Ruyter staat, dus het Westhaven- of Roeiershoofd, zijn resten van voormalige inlaagdijken. Vóór de versterking van de waterkering in 1958/'59 werd veel overlast ondervonden van overslaand water en trilling van de bebouwing door het beuken van de golven tegen de muur. De kunstmatige bedijking van de Zeeuwse eilanden in de loop der eeuwen en de daarmee samenhangende verandering van het bankengebied en verdieping van de stroomgeulen, creëerden een situatie

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 21