ter en vermindering van de golfoverslag te komen, werden in 1955 onderzoekingen verricht in het Waterloopkundig Laborato rium te Delft. Omdat een beveiliging door de aanleg van een dijk achterlangs de boulevardbebouwing een ingrijpende en uiterst kostbare geschiedenis zou beteke nen en ook niets zou oplossen met betrek king tot de golfoverslag, werd een aantal profielen voor buitendijkse verzwaring onderzocht bij een superstormwaterstand van NAP 5,65 meter. De golfoverslag werd vergeleken met die van 1 februari 1953. Het gekozen profiel van de geasfal teerde berm voorlangs, aangelegd in 1958 en 1959, gaf in het model de helft meer overslag dan in 1953. Deze berm sluit op NAP 6,00 meter (circa 3 meter onder de rijbaan op de boulevard) aan tegen de muur.5 Om de golfoverslag drastisch te verminde ren, werd een zogenaamde parapetcon structie ontworpen die de verticaal gerichte golfklap opvangt. De horizontale krachten van het watergeweld werden tegengehou den door een muurversterking. In 1984 werden de werkzaamheden voltooid. Samenvattend kan worden vastgesteld dat conform de uitvoering van de Deltawet rond de Vlissingse boulevards een degelijk stuk werk is geleverd, hetwelk resulteerde in een voor de Boulevards Evertsen en Bankert versterkte gewapend betonnen keermuur aan de voorzijde met een ver sterkte en verbrede glooiing en berm en de constructie van een dijk achterlangs met een kruinhoogte van NAP 9 meter en een breedte aan de voet van 18 meter achter de Kenau Hasselaarstraat. Voorts betekende een en ander dat de Boulevard de Ruyter een versterkte en verbrede glooiing en een versterkte en gewapende keermuur met parapet, met een hoogte van NAP 9,80 meter, kreeg. De zeeweringswerken voldeden aan de uitvoeringscriteria die in het kader van de Deltawet waren gesteld. Wie waakt over de boulevards? Wie is verantwoordelijk voor instandhou ding en onderhoud van de waterkeringen? Het beheer van, het toezicht op en het onderhoud van de zeeweringen is gere geld in wet- en regelgeving. De voornaam ste zijn de wet op de Waterkering van 21 december 1995, die van toepassing is op de primaire waterkeringen waaronder de zeewering van Vlissingen behoort, en de wet Beheer Rijkswaterstaatwerken van 14 november 1996. De minister, in dit geval Rijkswaterstaat, zorgt voor de totstandkoming en het ver krijgen van technische leidraden voor het ontwerp en is verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van primaire waterkeringen en voor de beoordeling van de veiligheid daarvan. Gedeputeerde Staten hebben het toezicht op alle primaire waterkeringen in hun pro vincie. Goedkeuring in de vorm van toe zicht houdt in dat het inzicht van het pro vinciaal bestuur wordt getoetst aan dat van de rijksoverheid. De aanleg van een primaire waterkering en de wijzigingen in richting, vorm, afme ting of constructie geschieden overeen komstig een door de beheerder vastge steld en door Gedeputeerde Staten goed gekeurd plan. Uit de wet op de Waterschappen blijkt dat het beheer en onderhoud van de waterke ringen valt onder het Waterschap Zeeuwse Eilanden. Er is echter een uitzondering voor de zeewering vanaf de Westbeer

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 23