de toren. Bewoners van Boulevard de Ruyter maakten hiertegen bezwaar op grond van de aantasting van de primaire zeewering.6 Op 27 januari 1993 verleende Rijkswaterstaat Zeeland echter achteraf alsnog toestemming voor deze ontgraving. De gemeente Vlissingen verleende op 14 juli 1993 een bouwvergunning voor de aanleg van een fustruimte in het ontgraven gedeelte van de Gevangentoren. De Raad van State vernietigde op 6 november 1995 de toestemming van 27 januari 1993, zodat er uiteindelijk toch geen vergunning van Rijkswaterstaat is voor het gat in de voet van de toren. Inmiddels was wel de inbouw in het uitgegraven gat al op 23 januari 1993 gereed. De uitgraving wordt inmiddels al bijna drie jaar door Rijkswaterstaat gedoogd. Gede puteerde Staten zijn hierin niet gekend omdat het geheel zich afspeelde vóór de invoering van de wet op de Waterkering op 21 december 1995. De oude wetten en besluiten zijn voor deze procedure van kracht. De uitspraak op een hoger beroep door boulevardbewoners bij de afdeling bestuursrecht van de Raad van State van 17 juli 1998 over deze kwestie geeft aan dat weliswaar van een gedoogbesluit door Rijkswaterstaat niets is gebleken, maar dat een vergunningverlening voor de uitgra ving nog in voorbereiding blijkt. Conclusie: een ontgraving van de zee wering kan kennelijk in januari 1993 plaatsvinden terwijl in juli 1998 noch een gedoogbesluit noch een vergunning tot af graving door Rijkswaterstaat is afgegeven.7 Bij de versterking van de boulevard in 1981 werd, ter beveiliging van de bebou wing, over de gehele lengte van de boule vard een stalen damwand aangebracht tot 7,5 meter diepte, zorgvuldig aansluitend aan de voet van de toren. Ter vergroting van de stabiliteit werd tussen de zeemuur en de damwand gewapend beton aange bracht ter dikte van een meter. In dezelfde tijd, rond 1991, werd het zeeweringsniveau ter plaatse verhoogd van NAP 9 meter tot NAP 9,80 meter. Ter versterking van de Gevangentoren, die deel uitmaakt van de zeewering, werd eerder (in 1964) de toren beneden het zeeweringsniveau (toen nog NAP 9 meter) geheel dichtgemet seld om de sterkte van de torenvoet door de 2,5 meter dikke muur maximaal te doen zijn. Teneinde de stabiliteit van de toren te verbeteren, werd de toren tot zeewerings niveau volgestort met zand. Deze maatregelen dienden tot de door Rijkswaterstaat nodig geachte versterking en stabiliteit van de zeewering. In een uitvoerige notitie over dit onderwerp komt J.C.P. Johanson tot de conclusie dat, hoewel niet noodzakelijk, de zandvulling in de voet van de toren op het niveau van vóór de afgraving, de stabiliteit van de toren sterk heeft verbeterd.8 Het water in de Schelde wast natuurlijk niet weg dat een afgraving van 60 kubieke meter zand uit de zeewering, die zeewe ring alleen maar nadelig kan beïnvloeden. Aantasting van de zeewering van Boulevard Bankert Het gemeentebestuur verleende bij besluit van 13 maart 1998 een bouwvergunning voor de bouw van een bioscoop binnen het gebied bestemd voor de waterkering. Blijkens voorhanden correspondentie zijn hierin gekend het Waterschap Zeeuwse Eilanden, Gedeputeerde Staten en Rijks waterstaat.9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 25