De dijkversterking bij Boulevard Bankert bestaat uit een dijk achterlangs de boule vardbebouwing, met een kruinhoogte van NAP 9 meter. In die dijk en in het gebied voorbehouden aan de dijkverzwaring wordt dus weer gebouwd. De zogenaamde inbouw in de voet van de dijk moet worden gecompenseerd door een versterkte verti cale damwand met aangepast talud. Deze compensatie betekent volgens publicaties van Rijkswaterstaat een ongewenste situ atie, welke zoveel mogelijk dient te worden voorkomen, omdat een en ander in feite een verzwakking van het dijklichaam bete kent.10 De minister van Verkeer en Waterstaat maakte per brief van 11 februari 1998 aan de instanties betrokken bij het beheer en toezicht van de waterkeringen bekend dat, alhoewel er overleg gaande is, zij vindt dat ongewenste en onomkeerbare bouwactivi teiten in de waterkeringszone voorkomen moeten worden." In een aangespannen procedure bij de arrondissementsrechtbank over dit onder werp komt de rechter tot een wonderlijke uitspraak: 'Een voorlopige voorziening tegen de te verlenen bouwvergunning wordt door de rechter afgewezen, voorna melijk om het feit dat noch de minister van Verkeer en Waterstaat, noch Rijkswater staat bezwaren hebben gemaakt tegen de verleende ontheffing door het Waterschap Zeeuwse Eilanden van de, niet absolute, verbodsbepaling uit de verordening Water kering en waterbeheersing Zeeland. Daar naast is de rechter van oordeel dat de gemeenteraad in redelijkheid haar stand punt kan verdedigen om reden dat de bouw van de bioscoop geen vertraging kan lijden omdat het risico bestaat dat de opdrachtgever afziet van deze investering wanneer niet op zeer korte termijn met de bouw kan worden begonnen.'12 Overigens waren de werkzaamheden van het grondwerk al begonnen voordat de bouwvergunning was verleend. Tot slot Wat is de moraal van dit verhaal? Schrijver dezes brengt de profetische en naar wederom blijkt terechte woorden en waar schuwingen in herinnering, gesproken door de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat in de Nederlands-Hervorm de Kerk te Nieuwerkerk tijdens de veertig jarige herdenking van de watersnoodramp van 1953: verontachtzaming en een 'col lectief gebrek aan verantwoordelijkheid' in het verleden. De minister stelde vast dat het meest kwetsbare deel van Nederland thans optimaal wordt beveiligd achter dijken, dammen en duinen door gebruik making van indrukwekkende technieken. Maar ons land blijft kwetsbaar, niet alleen voor de zee maar vooral ook voor de men selijke verantwoordelijkheid. De generatie die dit heeft meegemaakt, zegt: dit mag nooit meer gebeuren. De volgende gene ratie zegt: we moeten wel voorzichtig zijn, en de derde generatie zegt: is al die dure zorg wel nodig? De minister besluit: 'Laten we bidden en waakzaam zijn opdat ook de volgende generaties zich blijvend verantwoordelijk weten.'13 Het is wellicht zinnig om deze woorden anno 1999 nogmaals te overdenken. C.D.van Noppen 1. P. van de Leije' en C.HJ. Peters, 'Zeewerin gen en boulevards van Vlissingen', 1984.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 26