eigendommen over te gaan. Nadat het
hele land zo in kaart was gebracht, werd in
1832 het landelijk kadaster ingevoerd. De
kadastrale kaarten uit die tijd noemt men
de minuutplans. De kadastrale registers
vermelden per eigenaar de door hem of
haar in bezit zijnde percelen, de aard en
de oppervlakte daarvan;
land, boedelscheidingen, verkopingen,
huwelijkse voorwaarden enz.;
- de archieven van Rijkswaterstaat in Zee
land (1800-1849);
- de archieven der prefectuur van het
departement der Monden van de Schelde
en der onderprefecturen van Middelburg
en Goes 1810-1814 (het provinciebestuur);
- de bevolkingsadministratie bestaat uit
het bevolkingsregister en de registers van
de Burgerlijke Stand. Het bevolkingsregis
ter werd tussen 1840 en 1850 ingesteld
als register voor het optekenen van de
mutaties per persoon. In 1938 werd over
gegaan op de zogenaamde persoonskaar
ten, waarop allerlei gegevens genoteerd
werden over de persoon en diens gezin;
- naast het kadaster en de bevolkings
administratie vormen de nieuw-rechterlijke
of notariële archieven en de memories van
successie belangrijke bronnen voor onder
zoek. In het notarieel archief vindt men
gegevens betreffende transporten van
Hofstede aan de Provincialeweg te Boudeivijns-
kerke, ca. 1950. (Foto Zeeuws Documentatie
centrum, Middelburg)
- gepubliceerde dissertaties en artikelen;
- de Provinciale Zeeuwse Courant en haar
voorlopers.
Als bronnen vóór 1800 kunnen gelden:
- de overlopers. Om te bepalen hoeveel
grond de eigenaren in bezit hadden en wie
welke grond pachtte, hield het polderbe
stuur een administratie bij. Om de zeven
jaar, als ook de pachten werden ver
nieuwd, vond een verhevening plaats. Het