verhevenen kon op twee manieren plaats vinden, namelijk door overschrijving of door landopmeting. Het overschrijven werd gedaan door een waterklerk en het opme ten door een landmeter. De naam overlo per is waarschijnlijk ontstaan omdat de landmeter over het grondgebied liep om de ligging en grootte van de percelen vast te stellen. Hij mat vanuit een aantal vaste punten. Na de tweede helft van de zeventiende eeuw loopt de betrouwbaarheid van de overlopers sterk terug, doordat de gege vens te chaotisch werden bijgehouden. Dit resulteerde in: - de landvergaarboeken. Deze zijn betrouwbaarder en omvatten onder andere een alfabetische index op naam van de eigenaren. Deze boeken waren eigendom van de waterklerken en niet van het pol derbestuur. Er bestaat nog een landver- gaarboek uit 1567 van de Vijf Ambachten; - de doop-, trouw- en begraafregisters, alsmede de lidmatenboeken van de kerken en de poortersboeken van de steden. Helaas komt het ook voor dat over een bepaalde periode geen bronnen aanwezig zijn. Boudewijnskerke is zo'n gehucht waar weinig archiefmateriaal van overgebleven is. Toch is het mogelijk om met bestaande bronnen een eind te komen. In 1995 heeft de heer Verhage een werk stuk geschreven met als titel: Het trio van Boudewijnskerke, hofsteden in het kerken- blok, eigenaars en baanders in het tijdvak 1567-1810. Boudewijnskerke is de naam van een voormalige parochie op Walcheren. De naam wordt voor het eerst genoemd in een akte uit 1235. De kerk van Boude wijnskerke was een dochter van de Sint Willibrorduskerk van Westkapelle en was gewijd aan Sint Nicolaas, maar ook Sint Martinus wordt genoemd. De stichter is waarschijnlijk Heer Boudewijn, een lokale ambachtsheer. Tijdens het beleg van Mid delburg (1572-1574) werd de kerk ver woest. In of kort na 1575 werd de ruïne van de kerk verder afgebroken. Het gebied van de voormalige parochie werd na de Reformatie bij dat van de Hervormde Gemeente van Zoutelande gevoegd. De kerktoren zou in 1622 zijn vernieuwd om dienst te doen als baken voor de scheep vaart en werd als ruïne rond het jaar 1870 afgebroken. In Boudewijnskerke ligt een van de fraaiste vluchtbergen (werven) van Zeeland, die vermoedelijk uit de twaalfde eeuw dateert. In 1843 had Boudewijnskerke nog een vrij kerkhof en er stonden toen in totaal zeven boerderijen, het zogenaamde kerkenblok. Dit blijkt al uit de oudste overloper van de Vijf Ambachten, geheven in 1584. Ook de omvang van de hofsteden rond de kerk is door de eeuwen heen nauwelijks gewijzigd en dat is vrij opmerkelijk. De heer Verhage besloot zijn lezing met een genealogische opsomming van de bewoners van drie hofsteden binnen het kerkenblok. Het blijkt dat de eigenaren van deze drie hofsteden onderling verwant waren en allen afstamden van Loureys Willeboorts, de oudst bekende bewoner van hofstede De Zandweg die al voor 1567 in bezit was van deze Willeboorts. Uit onderzoek blijkt dat de nazaten van Loureys Willeboorts hun positie tot in de achttiende eeuw konden handhaven als eigenaars van de hofsteden. Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw bleven de nazaten (via de familie Verhage) van de familie Willeboorts Lous in Boude-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 44