waard. Tevens werd een bezoek gebracht
aan de Onze-Lieve-Vrouwe-Bezoekings-
kerk. Het is een indrukwekkende bakste
nen kerk (13de eeuw) in vroeggotische
stijl. De kerk heeft een opmerkelijk interi
eur, met onder andere een orgelkast, dok
saal en preekstoel van Walram Romboudt
(1562), een aantal schilderijen en een
Mariabeeld uit 1625. In tegenstelling tot
soortgelijke torens in onder andere Sint
Anna ter Muiden, Oostkerke en Damme,
heeft de toren van Lissewege geen toren
spits gekend.
Wel rijst de vraag waarom een toch relatief
kleine plaats als Lissewege een zo grote
kerk heeft gebouwd. Dit is te verklaren uit
het feit dat de kerk lag op de pelgrimsroute
naar Santiago de Compostela. Veel pel
grims uit Scandinavië landden op de kust
bij Lissewege en trokken vandaar het land
in op weg naar hun eindbestemming. Ker
ken en abdijen op de route boden onder
dak en voedsel en dus ook Lissewege
maakte daarvan deel uit. Hoogstwaar
schijnlijk is deze kerk gewijd geweest aan
Sint Jacob. In de kerk zijn sporen van de
Sint-Jacobsschelp terug te vinden.
Na dit interessante bezoek aan Ter Doest
en Lissewege werd de reis voortgezet rich
ting Damme. Helaas kon de geplande
vaartocht Brugge-Damme met een rader
boot niet doorgaan omdat de boot motor-
pech had.
Ook in Damme konden de deelnemers
onder leiding van gidsen de stad bekijken.
De geschiedenis van Damme gaat terug
tot de twaalfde eeuw. In 1134 teisterde een
stormvloed de kust en schuurde een kreek
uit tot aan Brugge, dat een dwarsdijk
bouwde aan het uiteinde van de Zwins
geul. Aan deze 'dam' ontstond een vissers
dorp. Graaf Filips van Elzas verleende
reeds in 1180 stadsrechten aan 'Damme'.
Brugge groef een kanaal naar Damme en
het stadje ontwikkelde zich snel tot een
dynamische overslaghaven. Damme bezat
de stapelrechten op wijn uit Bordeaux en
op haring die uit Zweden werd aangevoerd.
Na de brand van 1213 sloeg de bouw-
koorts toe. In 1225 startte men de bouw
van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, in 1241
de bouw van de nieuwe hallen en rond
1249 het Sint-Janshospitaal. Helaas was
de bloei van korte duur, want reeds aan
het eind van de dertiende eeuw ontston
den verzandingsproblemen in de Zwins
geul. Toch bouwde men tussen 1464 en
1468 een nieuw stadhuis. Karei de Stoute
huwde in 1468 met Margareta van York te
Damme in het Huis Sint Jan van baljuw
Eustaas Wyts.
Tussen 1578 en 1584 woedde de geuzen-
strijd hevig in de grensstreek en veel
belangrijke gebouwen werden geplunderd
of zelfs verwoest. Tijdens de Tachtigjarige
Oorlog lag Damme in de frontlinie en wer
den de middeleeuwse vestingwerken ge
sloopt om plaats te maken voor de zeven-
sterrige omwalling, type Vauban. In 1725
brak men eveneens een deel van het
schip, de kruisbeuk én de torenspits van
de kerk af.
In 1811 zette keizer Napoleon Spaanse
krijgsgevangenen aan het werk om een
kanaal te graven tussen Brugge en de
Schelde. Damme kwam gehalveerd uit de
graafwerkzaamheden. Onder Nederlands
bewind kwam men tot Sluis. Tussen 1842
en 1843 werd het Leopoldskanaal gegra
ven om het water van de Scheldepolders
af te voeren.
De Tweede Wereldoorlog hield lelijk huis in
de polderdorpen. De sifons werden in mei
1940 opgeblazen.