De meeste begravingen/skeletten liggen
ten zuiden van de kerk, allen met het
hoofd naar het westen. Het kerkhof was
begrensd door een muur waarvan slechts
de puinsporen zijn teruggevonden. Bij
maar enkele skeletten zijn resten van een
kist gevonden.
Tevens zijn restanten gevonden van een
straatje, de Meulenwegh, naar een molen
bij Gawege. Het straatje lag op een puin-
bed en was enigszins bol bestraat met
veldkeien. Dit straatje is terug te vinden op
de kaarten van Vleugels en Smallegange.
Aan de Meulenwegh, vlak tegenover de
kerk, werd een tamelijk intacte fundering
aangetroffen van een gebouw met vrij
dikke muren. De oostmuur ontbrak, en dat
was raadselachtig. De paaltjes aan de
achterzijde bleken uit de twaalfde eeuw en
zijn dus ouder dan het huis. Te oordelen
naar de vondsten uit de beerput is het huis
rond 1500 zeker in gebruik geweest.
Het kasteel van Valkenisse werd bij toeval
ontdekt tijdens het lopen over de slikken.
In een overloper van Valkenisse uit 1558
bleek dat er sprake was van een kasteel.
Hoe het ten onder is gegaan, is niet
bekend. Ten oosten van het kasteel wer
den krammatten, vlechtwerk en palen aan
getroffen, alsmede rietbundels. Dat zijn
aanwijzingen voor dijkreparaties of dijk-
bouw. Het kasteel stond er heel dichtbij.
Mogelijk is het door een dijkdoorbraak te
gronde gegaan. Op de kaart van land
meter Smallegange staat geen enkele ver
wijzing naar het kasteel. Het kasteel
dateert waarschijnlijk uit de eerste helft
van de vijftiende eeuw.
Van fort Keizershoofd is juist veel bekend.
Alles is bekend uit de geschreven bron
nen. Het bestek van het fort en verschillen
de tekeningen bevinden zich in het
gemeentearchief van Goes. Archeologisch
is er van het fort tot nu toe niets aange
toond. Het ligt ver in de Westerschelde en
is waarschijnlijk totaal verspoeld.
Op de kaart van ingenieur Jacob Vleugels
is goed te zien hoe het fort eruitzag. De
plannen voor een fort bij Valkenisse
dateerden al van 1596, maar pas in 1629
werd het grondwerk aanbesteed. Het was
een voorbeeld van renaissancevesting-
bouw.
Met de Vrede van Munster in 1648 viel het
doek over het fort. Alles werd ontmanteld.
De gebouwen en de poort werden afge
broken en de stenen verkocht. De aarden
wallen en bolwerken bleven liggen tot de
vloed van 1682, toen het verlaten vesting
werk samen met Valkenisse ten onder
ging.
Aan het slot van haar lezing toonde
mevrouw Goldschmitz een aantal dia's van
voorwerpen die men in het gebied heeft
gevonden. Vooral beerputten zijn een bron
van informatie. Enkele belangwekkende
vondsten zijn: een aantal pijpen, een mes
heft van walrusivoor of tandbeen, een
zegelstempel, stenen potten en andere
huishoudelijke gebruiksvoorwerpen, een
deel van een gietmal, en als meest opmer
kelijke vondst een fragment van een pel
grimsinsigne van Thomas Becket, ver
moord in 1170 en al drie jaar daarna heilig
verklaard. Het gevonden insigne dateert
waarschijnlijk uit de tweede helft van de
veertiende eeuw.
Mede door de vele dia's kregen de aanwe
zigen een duidelijk beeld van het verdron
ken dorp Valkenisse en van het unieke
project, gezamenlijk uitgevoerd door het
Provinciaal Archeologisch Centrum Zee
land, de Archeologische Werkgemeen
schap voor Nederland, afdeling Zeeland