Laat het De Wete weten
bewoond door Jan Wattel en de nieuwe
eigenaar wordt dan Jan Hendrik van San-
den Prins te Middelburg. Bij openbare ver
koping in mei 1863 komt Driewegen in
eigendom van Pieter Melis en blijft dan
(gedeeltelijk) tot circa 1950 in de familie.
Pieter Melis was een zoon van de burge
meester van Serooskerke en zelf ook
actief als kerkvoogd, raadslid-wethouder
en in de Polder Walcheren.
Misschien zijn er nog ergens documenten,
zoals koop- of pachtcontracten of foto's
van bovengenoemde families of andere
gegevens van de boerderij te vinden. In
dat geval zou het heel plezierig zijn als we
die zouden mogen gebruiken om het ver
slag over deze boerderij compleet te kun
nen maken.
(A. Maljaars, Lijdijkweg 5, 4354 KG Vrou
wenpolder, tel. 0118-591505)
Boerderij Vluchtenburg, Schroeweg 2,
Oost-Souburg. In een laatste wil van
Johanna Hisser (1883), weduwe van Julius
Hendrik de Fremery, wordt melding ge
maakt van een schilderijtje van haar vader
Christiaan Hisser en van twee portretten
van haar grootvader en -moeder Hisser.
Deze waren bestemd voor Johanna en
Suzanna Tak. Mijn vraag is: weet iemand
of deze portretten nog bestaan en waar ze
zijn? Johanna Hisser woonde samen met
haar man in het herenhuis Vlugtenburg.
Tweede vraag: heeft iemand foto's van de
boerderij van de familie Wisse? Deze
stond naast Vluchtenburg. De boerderij is
in 1944 grotendeels verwoest door het
water en niet meer opgebouwd.
(Mevr. A. de Wijze, Westerzicht 169, 4385
AE Vlissingen, tel. 0118-478563)
Veerse schildersmodelletjes
De heer C. Leeman, auteur van de Veerse
sferen in deze en voorgaande Wete's, is
momenteel bezig met een studie naar het
ontstaan en de ontwikkeling van de kun
stenaarsgemeenschap te Veere tussen
1870 en 1970. Daarbij stuitte hij op het
volgende.
Zijn moeder heeft hem tijdens haar leven
veel verteld over haar schooljaren op de
openbare lagere school in Veere (1907-
1913) waarin ze als meisje in klederdracht
vaak gevraagd werd als model voor, meest
Engelse, schilderessen. Zij zouden zelf
hun modelletjes op school uitzoeken. Bij
zijn onderzoek heeft de heer Leeman niets
hierover kunnen vinden. Wel vertelde
archivaris Blom hem ook hierover wel
eens iets gehoord te hebben.
Het is een feit dat in die periode regelma
tig Engelsen in Veere kwamen schilderen.
Wellicht is er sprake geweest van iets dat
we tegenwoordig schildersklasjes noemen.
Het Schotse Huis, dat toen een echt kun
stenaarscentrum was, zou hier ook iets
mee te maken kunnen hebben.
Misschien zijn er Veerenaren of ex-Vee-
renaren onder onze lezers die, bijvoor
beeld via ouders of grootouders, iets over
dit verschijnsel hebben gehoord of er op
andere wijze kennis van hebben.
Reacties kunt u kwijt bij de redactie.