loop. Vandaar dat ze het löperige grond noemen. (C) Bij zeer zware regenval komt het zand zelfs in de sloot terecht. Door veel organische mest aan te brengen zal het probleem minder groot zijn. Die zware kleilaag waar we het zoeven over hadden, heeft bij de boeren en tuinders een wel zeer bijzondere naam: ze spreken dan over een boom in de grond. Dat heeft Kaart uit: 'Lekker weg op Walcherendoor Chris Houtman en Dick van den Heuvel, Amsterdam 1989. natuurlijk niets te maken met bomen." "Nee," zegt Jeroen, "ze zullen een bodem bedoelen." "Goed begrepen. Net als de bodem van jullie boot laat die kleilaag geen water door. De boeren verbeteren de doorlatend- heid wel door, zoals ze hier zeggen, de grond te moren met een soort ganzenvoet; de laag wordt daardoor gebroken." We lopen verder en komen bij de koeienpit waar ons vee vroeger dronk. (D) "Ik dacht dat het een grote bomtrechter was."

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 10