gehecht. Het zijn geen beste gronden: ze
zijn kalkarm en de teeltlaag is maar dun.
Zo, nu gaan we eerst wat drinken in Dom
burg."
Mienen
"We moeten wel eerst de slik van onze
kleren en schoenen afdoen, want mis
schien komen we wel in een deftig restau
rant."
"Wat is dat nu weer voor naam: slik? Wij
zeggen modder."
"Die naam is waarschijnlijk ontleend aan
de schorren en slikken die buiten de dijk
lagen. Een slik is een zeer modderige
afzetting.
Wacht, daar hebben we een restaurant. Ik
bestel wel wat.
Onderweg heb ik je nog wat vergeten te
vertellen. We zijn door een vlak landbouw
gebied gereden. Het zijn hier vrij zware
kleigronden met zeer weinig kalk. Ze noe
men ze nu kleiplaatgronden."
"Kijk opa, wat zijn die mannen daar op die
tekening aan de muur aan het doen?"
"Ja, ik zie het ook. Die mannen zijn met de
spade de grond aan het delven. Ze spitten
een zavelgrond naar boven op de zware
klei. Doordat de zavel kalkrijk en gemakke
lijk te bewerken is, ontstaat een veel bete
re, rijkere grond. Vroeger deden ze dat
hier vrij intensief. Vooral de kleiplaatgron
den kwamen daarvoor in aanmerking,
omdat de kleilaag storend werkt. Ze noe
men dat mienen, maar ook wel zaeveie.
(M) Bij mienen moetje denken aan delven,
bijvoorbeeld zoals in de kolenmijnen. Het
woord zaevelen is het werkwoord voor
zavel. Het zijn dus gemijnde of bezavelde
gronden. Vooral ook in verband met de
verbeterde waterbeweging was het een
effectieve grondverbetering."
Luchte gronden
We stappen op en rijden via Serooskerke
naar Sint Laurens. Daar wonen Jeroens
oom en tante. Het is een mooi ritje. We
rijden hier minstens anderhalve meter
hoger door het boerenland als bijvoorbeeld
bij Biggekerke. Er komen hier veel luchte
gronden voor. (L)
"Wat bedoel je daarmee?"
"Nou, het heeft weinig te maken met lucht.
Hoewel, er zit veel meer lucht in een sterk
zandige grond dan in een zware kleigrond."
"Ja, dat weet ik."
"De naam heeft dan ook meer te maken
met de zandige samenstelling. Jullie zeg
gen 'lichte zavel'. Vooral doordat ze hoog
boven het grondwater liggen en er boven
dien plaatselijk bijna zuiver zand onder de
laag koregrond zit. Ze noemen dat zand
baaien. (O) Wij zouden 'zandbaantjes'
zeggen. Het zijn loslaetende gronden. Ze
komen strooksgewijs voor. Met dat loslaten
bedoelen ze dat de gewassen tijdens war
me periodes snel verwelken en verdrogen,
omdat de wortels niet kunnen profiteren
van opstijgend grondwater. Het zijn wel
vroege gronden, maar de productie is laag."
Zandschieten
"Wacht, hier stoppen we nog even. Zie je
die grote hoogteverschillen daar?"
"Ja, die zie ik."
"Ik zal je vertellen hoe dat komt. De boe
ren hebben uit de hoge perceelsgedeelten
het nagenoeg zuivere zand uitgegraven en
afgevoerd naar landweggetjes of paden en
hebben de teeltlaag weer teruggestort.
Deze komt dan dichter bij het grondwater
te liggen, waardoor de gewassen niet
meer verdrogen."
"Dat snap ik, opa."
"Weet je hoe ze dit werk noemen? Dat