wezen werden onbewoonbaar. De meeste bewoners van dit gebouw waren bij de aanvang van het bombardement uit veilig heidsoverwegingen over de stad verspreid. Dinsdagsmiddags gaf de Franse comman dant zich over. De schade was enorm, vooral in het oude centrum. Het aantal per sonen dat bij het bombardement is omge- Bovendien hadden de Engelsen er een vijand bijgekregen, namelijk de Zeeuwse Koorts, een soort malaria die razendsnel om zich heen greep en zo'n tienduizend man uitschakelde. Ook liet de samenwer king tussen het landleger en de vloot te wensen over. Lord Chatham, die bekend stond om zijn traagheid, kon het slecht vin- komen, is niet exact bekend maar wordt geraamd op 335. De bezetting werd krijgs gevangen gemaakt en afgevoerd naar Breezand waar ze werden ingescheept voor vertrek naar Engeland. Dodelijke ziekte Na de verovering van Vlissingen hadden de Engelsen de handen vrij voor de aanval op Antwerpen, maar inmiddels waren er twee weken verstreken en in die tijd had den de Fransen hun verdedigingswerken daar flink versterkt. Het afbranden van het stadhuis te Vlissingen, 14 augustus 1809. Kopergravure door F. Die trich. (Rijksarchief in Zeeland, Zelandia Illu- strata deel III nr. 300) den met vlootvoogd Sir Richard Strachan. Eind augustus besloot de Engelse legerlei ding te Goes om af te zien van een aanval op Antwerpen en tot ontruiming van Noord- en Zuid-Beveland over te gaan. Alles concentreerde zich daarna op Wal cheren dat men vooralsnog wilde behou den.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 25