Middelburg moest nog eens vijfduizend zieke Engelse soldaten opnemen. Dat was een haast onmogelijke opgave. Velen van hen werden in de kerken ondergebracht waarvan de Noordmonster of Sint Pieter op het Hofplein er alleen al achttienhon derd voor haar rekening nam. Anderen werden opgenomen in het Oost-Indisch Huis en de pakhuizen van de voormalige VOC. Er waren zelfs plannen om het Sim pelhuis vrij te maken. De arme simpelen zouden naar het ziekenhuis gaan en de meer vermogende naar familie. Of dit plan ooit is uitgevoerd, is niet bekend. In Mid delburg, waar de verpleging nog het best geregeld was, beschikte men over één bed per twee patiënten. Terwijl de hele expeditie de Engelsen zeer weinig mensen had gekost, stierven er nu dagelijks twintig tot dertig man. In het begin werden ze nog met militaire eer begraven, maar daar was later geen spra ke meer van. Het Engelse commando bepaalde dat alle teraardebestellingen 's nachts, en dus voor zonsopgang, moesten plaatsvinden om het moreel van de nog gezonde troepen op peil te houden. In Vlissingen, waar geen plaats meer was op de kerkhoven, gebruikte men een mas sagraf niet ver buiten de Rammekens- poort. Terugtocht Het lot van de expeditie was door de Zeeuwse Koorts beslist. Toen eenmaal het plan van de aanval op Antwerpen was opgegeven, was zo'n groot expeditieleger niet meer nodig. De helft werd naar Enge land teruggezonden. Een hoge bevelheb ber als Lord Chatham was hier ook niet meer op zijn plaats. Hij ging half septem ber terug, het bevel overlatend aan Sir Eyre Coote die later vervangen werd door luitenant-generaal Don. Aanvankelijk hadden de Engelsen nog het voornemen om Walcheren bezet te hou den om zodoende de Franse vloot opge sloten te houden, maar ze zagen al snel in dat dit veel zou gaan kosten. Half november werd besloten tot algehele ontruiming van Walcheren. Ook werd het bevel gegeven de dokken en werven van Vlissingen zo te vernielen dat de Fransen deze bij hun terugkeer lange tijd niet zou den kunnen gebruiken. De oostzijde van het marinedok werd afgebroken, de slui zen werden opgeblazen en het Arsenaal werd in brand gestoken. Eind december werd Walcheren door de Engelsen ont ruimd. De Engelse bevolking was woedend over de vernedering die hun leger had onder gaan. Het militaire beleid werd scherp bekritiseerd en er verschenen spotprenten in de kranten. De verontwaardiging was zo groot dat er een parlementaire enquête werd gehouden. In tien zittingen kwam toen aan het licht hoezeer het bij de expe ditie had ontbroken aan samenwerking en aan goede gezondheidsvoorzieningen. Aan Franse kant werd generaal Monnée door de krijgsraad schuldig verklaard, omdat hij onder andere de zeedijk bij Vlis singen niet bijtijds had doorgestoken. De bevolking van Walcheren was blij met het vertrek van de Engelsen. Even gloorde er voor de bewoners weer een sprankje hoop toen op 25 december Hollandse troe pen onder bevel van generaal Heijligers in Veere voet aan wal zetten. In Middelburg wapperde de Hollandse vlag alweer van de toren. De vreugde was echter van korte duur. Twee dagen later, nog voor het eind van 1809, kwamen de Fransen terug en

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 26