wm
lui en boeren - is er ook een aantal toeris
ten en dagjesmensen die meewillen. Het
lokt ook best aan, zo'n tochtje over het
water op deze zomerse dag. De passa
giers zijn aan boord en de boot vertrekt,
stipt op tijd. Kapitein Cent Schippers is een
precies man.
Het water komt snel op; het is halftij en de
zee van de vissersvloot. Wachten tot het
eerste zeiltje aan de einder zichtbaar
wordt. Ja, daar komt er een!, roept een
van de schooljongens op het Hoofd. En
jawel, even links van de hoge duintop van
de Banjaard verschijnt een zeiltje - nee,
niet aan de horizon maar er net even
boven. Het lijkt of het zeiltje door de lucht
't Veerse Hoofd. (Rijksarchief in Zeeland,
Zelandia Illustrata, prentbriefkaarten).
vloed begint nu goed door te zetten.
Het wateroppervlak dat er eerst als een
spiegel uitzag, vertoont nu, daar waar de
stroomdraad loopt, driftig kabbelende golf
jes en kleine draaikolkjes.
De vloed ruist, zingt zou je eigenlijk moe
ten zeggen als je het hebt over het typi
sche geluid dat snelstromend water op
een stille dag maakt als het langs en door
paalhoofden stroomt.
Op het havenhoofd verzamelen zich nu
steeds meer mensen: oude vissers, vis
sersvrouwen, handelaars en Middelbur
gers die straks een zootje vis of wat gar
nalen willen kopen.
Het wachten is nu op de terugkomst uit
zweeft; een optisch verschijnsel dat zich
vaak voordoet op warme dagen en dat
verwant is aan de fata morgana's in de
woestijngebieden.
Een bejaarde visser pakt zijn kijker en zegt
dat het de ARM 54 is die als eerste aan de
horizon is verschenen. Na het eerste zeil
tje verschijnen er meer, zodat na enige tijd
een lang stoet van schepen via Roompot
en Veersegat op Veere afkoerst. Van het
duin bij de Banjaard tot Veere is het onge
veer een uur varen. Over een uurtje zal
dus het eerste schip in Veere binnenval
len.
Ondertussen gaat het leven in het stadje
zijn normale trage gangetje. De bus uit
Middelburg arriveert op de Markt, een paar
passagiers stappen uit. Er lopen wat toe
risten rond. Vanuit een timmermanswerk-