Vadertjes Volle bakte Als een Walchenaar in een ruimte komt waar nogal wat mensen zitten, roept hij: "'t Is 'Ier volle bakte gloo 7c/" Vroeger bakten de boerinnen zelf hun brood. Eén keer per week werd de oven in de bakkêête gestookt om brood te bakken. Als de oven vol met blikken brooddeeg lag, was er sprake van een volle bakte. "Nêê, nêê en nog is nêê, me bakke nie elke dag tumelaers 'oor!" Tumelaers waren wafels die gebakken werden in een tumelaer of tumeliezder. Het wafelijzer had de vorm van vijf harten die met de punten bij elkaar kwamen. Het ijzer lag op een onderstel dat op drie of vier poten steunde. Tussen de poten brandde het vuur. Met een haak kon men het ijzer omdraaien, laten tuimelen. Tumelaers werden in het algemeen één keer per jaar gebakken, na het ploegen van de laatste akker. Dit werd gevierd met een avondje wafels eten. Behalve het boe renechtpaar met kinderen, eventueel met verloofden, waren ook hun ouders, de paardenknecht en zijn verloofde aanwezig. Het gebeurde wel dat er van 's avonds zeven uur tot middernacht aan één stuk door werd gebakken. Het deegbeslag was voordien al klaarge maakt door de boerin, maar het bakken van de wafels gebeurde volgens traditie door de boer. Al het andere baksel kwam voor rekening van de vrouw. Het bakken van wafels was niet gemakkelijk. Het ver eiste ervaring, handigheid en geduld. Het vuur moest gelijkmatig branden. Was dit niet het geval, dan mislukte vaak een wafel. De boer moest op het goede tijdstip de wafel keren. Opende hij het ijzer te vroeg, dan bleef het deeg aan de binnen kant van het ijzer plakken. Wachtte hij te lang met het keren, dan was de wafel aan één kant verbrand. Zelfs de beste wafel bakker had wel eens een mislukkeling. De mislukte baksels werden vèrkenswaefels genoemd, omdat ze in de emmer met var kensvoer verdwenen. Stoute kinderen wer den wel eens vermaand: "Noe zoete weze 'oor! Anders krleg je vanaeven 'n vèrkens- waefel op je plankje. U begrijpt dat het zeker voor de kinderen een feest was als er één keer per jaar wafels werden gebakken. En feest kan het niet elke dag zijn, ook niet voor kinderen. Vader en moeder moeten wel eens een keer nêê durven zeggen: "Me bakke nie elke dag tumelaers 'oor!" "As 't koeke is, krieg je 'n kerremesse oor!" Dit grapje werd vaak tegen de jongste kin deren verteld. Men bedoelde natuurlijk: "Als het kermis is, krijg je een koek." Het was een gewoonte om tijdens de kermis- week het gezin op een koek te trakteren. De koeken werden gekocht op de donder dagse markt of op de kermis in de koeken- stad. Voor Walcheren was Middelburg de koekenstad. Ik herinner me uit mijn kinderjaren dat wij in de zomervakantie één keer getrakteerd werden op een koek die mijn vader mee bracht van de markt. Een heerlijke makrööne. Van oestkoeken toet opblaezers Behalve tumelaers waren nog andere soorten zelfgebakken koeken op Walche ren een traktatie.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 40