te), de humanisten Erasmus en Battius, de heren en vrouwen van het roemruchte geslacht van de Van Borssele's en ande ren passeerden de revue. Met chronologisch feitenmateriaal onder streepte de inleider het belang van de nakomelingen van de bastaardzonen van Filips de Goede, die tegelijkertijd Fleren van Beveren én van Veere waren. De belangrijke missies die Filips en Adolf van Bourgondië als Admiraal ter Zee uitvoer den, werden belicht. De briefwisseling van Erasmus aan Anna van Borssele, het ver blijf van Karei V en Filips II te Veere, en het diplomatiek gewicht van deze Bour gondische bastaardtak werden in het dag licht geplaatst. Een anekdotische benadering van het bas taardschap, het nut en belang ervan en de erotische gebruiken in de zestiende-eeuw- se 'stoven' deden sommigen onder de on geveer vijftig aanwezigen lichtjes blozen! Tot slot las de spreker een oorkonde voor die hijzelf in het jaar 1959 op dertienjarige leeftijd, verkleed als een Bourgondische page, op de historische plaats waar eens het kasteel van Beveren stond, ten gehore bracht. De prominente aanhoorders des tijds waren de burgemeester van Veere, jhr. Den Beer Poortugael, de Veerse kun stenaar Wim Abeleven en dr. Flugenholz van de Vrienden van Veere, samen met het gemeentebestuur van Beveren en de bestuursleden van de pas opgerichte heemkundige kring FHet Land van Beveren. Onder het motto 'Beveren en Veere horen onafscheidelijk bij elkaar' besloot de spre ker zijn betoog. RW Staatsbosbeheer honderd jaar, óók op Walcheren Dit jaar is het honderd jaar geleden dat Staatsbosbeheer werd opgericht. Dit feit stond centraal tijdens een lezing die op woensdag 19 mei 1999 werd gegeven door Anton van Haperen, medewerker van Staatsbeheer in de regio West-Brabant/ Deltagebied. De lezing viel uiteen in twee onderdelen. Voor de pauze werd de geschiedenis van Staatsbosbeheer besproken en na de pauze werd ingegaan op natuur en land schap van Walcheren en de gebieden die Staatsbosbeheer hier beheert. Hier volgt een korte samenvatting van het eerste deel van de lezing. Het tweede deel over natuur op Walcheren komt in een volgende bijdrage voor de Wete aan bod. Eind vorige eeuw zijn onder andere door de Maatschappij van Nijverheid en Handel en het Nederlandsch Landbouwcomité rapporten opgesteld waarin een der con clusies luidde dat "...het wenschelijk is, dat de Staat zelf zijn woeste gronden zoveel mogelijk tot bosch make, en het werk der ontginning voor eigen rekening voortzette op gronden, die hij door aan koop of onteigening mocht verkrijgen." Deze adviezen waren het sluitstuk van een eeuw waarin de overheid grote oppervlak ten domeingronden had afgestoten. In de tweede helft van de negentiende eeuw was er een sterk groeiende behoefte aan hout in Nederland, terwijl tegelijkertijd veel bos in ons land gerooid werd. Het was dus heel logisch dat de overheid de taak van de houtproductie en bebossing naar zich toe trok en daar een speciale instelling voor in het leven riep. Tezelfdertijd was er een tweede belangrijke maatschappelijke ontwikkeling in Nederland: de opkomst van

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 53