Dodelijke wapens
De Engelse invasie op Walcheren in 1809
Eind juli 1809 verscheen er voor de kust
van Walcheren een grote Engelse vloot en
begon een periode waarin het eiland een
belangrijke rol in de wereldpolitiek zou
spelen.
Europa verkeerde in een tijdperk van
beroering. Napoleon was sinds vijf jaar
keizer van Frankrijk, dat destijds veel rui
mere grenzen had dan nu. België was al
Frans en in grote delen van Europa deelde
Frankrijk de lakens uit. In naam was ons
land nog onafhankelijk maar in werkelijk
heid was het een vazalstaat van Frankrijk,
het Koninkrijk Holland met aan het hoofd
Lodewijk Napoleon, een broer van de kei
zer.
Om af te rekenen met zijn machtige rivaal
Engeland, dat heerste op de zeeën, had
Frankrijk een grote vloot nodig. Op last
van Napoleon werden er in Antwerpen vijf
tienhonderd huizen afgebroken om plaats
te maken voor de aanleg van werven voor
de bouw van oorlogsschepen. Men reken
de daarbij vooral op de Nederlanders als
goede zeelui om die te bemannen. Vlissin-
gen moest als bescherming dienen voor
de groeiende vloot. Napoleon beschouwde
Antwerpen en de Scheldemond dan ook
als het pistool op de borst van Engeland.
Engelse armada
De Engelsen ondervonden veel schade
van het Continentale Stelsel waarbij alle
handel met hen verboden was en ze
zagen deze ontwikkeling dan ook met lede
ogen aan. Ze besloten tot een expeditie
met als hoofddoel de vernietiging van alle
werven en arsenalen in Antwerpen, het
onbevaarbaar maken van de Westerschel-
de en de verovering van Walcheren.
Zo verscheen er op 29 juli 1809 voor de
kust van Walcheren een enorme Engelse
armada van honderden transportschepen,
geëscorteerd door tientallen linieschepen
en fregatten. Veel eilandbewoners bega
ven zich naar de kust om dit schouwspel
gade te slaan. Zo veel zeilschepen hadden
ze nog nooit bij elkaar gezien. "De zee
geleek een mastebosch," zo beschreef
een ooggetuige deze gebeurtenis.
Een leger van veertigduizend man, zesdui
zend paarden en een grote hoeveelheid
oorlogstuig werd in één etmaal van Rams-
gate naar Walcheren overgebracht. Een
expeditie van deze omvang was nog nooit
eerder uit een Engelse haven vertrokken.
De vloot bestond uit drie afdelingen waar
van er een als blokkade in de Wielingen
bleef liggen. Een ander deel, dat vooral
zware schepen telde, lag meer aan de
Deurloo en was bestemd om de landing uit
te voeren, terwijl een derde eskader het
Veersegat bedreigde.
Succesvolle landing
Zondagavond 30 juli vond de landing
plaats op Breezand, ten noorden van
Vrouwenpolder, vlak bij het fort Den Haak,
zonder dat de Engelsen één man verloren.
Aanvankelijk was het de bedoeling
geweest de landing te doen plaatsvinden
bij Zoutelande of Domburg, maar door de
zware branding ten gevolge van de hevige
westenwind konden de boten niet worden
uitgezet.
Het was de Engelsen vooral om Vlissingen
te doen, dat sinds 1807 Frans grondge
bied was. De Franse commandant van
Vlissingen, divisiegeneraal Monnée,
beschikte over een garnizoen van circa