ontbijt. Als De Bruyne de directeur van het gasthuis om opheldering vraagt, verklaart deze dat voor extra levensmiddelen meer betaald moet worden dan de standaard vergoeding van 1,50 per dag. De Bruyne zegt dan uiteraard bereid te zijn alles te betalen wat nodig is om de mannen te laten aansterken. Tetanus 's Middags doet zich echter een ernstige complicatie voor: een van de mannen, matroos Wilhelm Meyer uit Hamburg, blijkt tetanus te hebben. Hij overlijdt de volgen de morgen, zaterdag 17 december om negen uur 's morgens, tweeëntwintig jaar oud. Die zaterdag is De Bruyne de hele och tend in het gasthuis. Dokter Hazenberg laat zich die morgen echter niet zien, zodat de wonden van de mannen niet schoonge maakt en opnieuw verbonden worden. Men had in die tijd nog geen verpleegsters in de gasthuizen, alleen oppassers, die echter geen medische handelingen ver richtten. "De stank van hun wonden was verschrikkelijk," schrijft De Bruyne later. De volgende middag, zondag, blijkt op nieuw een matroos, John Lugg uit Ply mouth, aan tetanus te lijden. Bovendien klaagt de eerste stuurman, William Pitt- man, dat hij zich steeds zwakker gaat voe len in plaats van beter. Wat moet De Bruyne doen? Hij besluit de mening te vragen van de Middelburgse stadsdokter en chirurg J.C. Bolle. Deze staat, hoewel hij nog maar ruim een jaar in dienst van het Middelburgse gasthuis is, bekend als een kundig en vooruitstrevend geneesheer. Hij was een van de eerste academisch gevormde chirurgen in Neder land. Het 'zware' werk als opereren en amputeren werd tot die tijd meestal over gelaten aan (niet-academisch opgeleide) chirurgijns. Dokter Bolle toont zich zeer geïnteres seerd in de schipbreukelingen en verklaart zich bereid hen eens op te zoeken, mits dokter Hazenberg daartegen geen bezwaar heeft. Amputatie Als De Bruyne op maandagmorgen weer in het gasthuis komt, wordt hem door dok ter Hazenberg verteld dat matroos John Lugg het waarschijnlijk niet lang meer zal maken. De Bruyne vraagt of hij dokter Bolle mag laten komen. Dat mag, en De Bruyne verstuurt onmiddellijk een tele gram. Dokter Bolle arriveert om half drie 's middags. Dokter Hazenberg is verhinderd hierbij aanwezig te zijn. Ook Bolle wordt onmiddellijk getroffen door de stank die van de wonden van Lugg en Pittman komt. Beiden hebben bevroren voeten, en vooral Lugg is er ernstig aan toe. "De toestand van Lugg was allertreurigst: de voeten totaal gangroeneus, met etterende open liggende voetgewrichten... zijn algemeene toestand beantwoordde volkomen aan het plaatselijk lijden. Pitman's toestand was gunstiger...," schrijft dokter Bolle. Later die dag overleggen de beide geneesheren met elkaar, en ze blijken het volkomen oneens te zijn over de te volgen behandelingswijze. Bolle wil beide onder benen van John Lugg amputeren in de hoop hem nog te redden, terwijl Hazen berg van mening is dat dit niets meer zal uitmaken. De Bruyne bespreekt ondertus sen de toestand met John Lugg zelf, en deze is wel bereid de amputatie te onder gaan. Als Bolle zich met een assistent in Vlissingen meldt, wil Hazenberg alleen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 13