mooie jurk, het driedelig pak, de fotograaf, het feest en de huwelijksreis: tegenwoor dig worden kosten nog moeite gespaard. Er wordt wel eens gezegd: "Vroeger trouw de iedereen." Dat is natuurlijk niet waar, maar in de negentiende eeuw trouwde 85 procent van de mannen en vrouwen. Van de generatie die in het begin van de twin tigste eeuw werd geboren, trouwde maar liefst 90 procent. De gemiddelde huwelijksleeftijd in Neder land is in de vorige eeuw maar anderhalf jaar gedaald: omstreeks 1820 bedroeg de gemiddelde huwelijksleeftijd voor de man nen ongeveer 28,5 jaar en voor de vrou wen ongeveer 26,5 jaar. Maar er waren verschillen per sociale klasse, tussen ste den en het platteland en tussen de regio's. In Zeeland was de gemiddelde huwelijks leeftijd over de periode van 111 jaar 26,5 voor de man en 24,7 voor de vrouw. Lager dus dan het landelijk gemiddelde. In Mid delburg was de gemiddelde leeftijd van de bruidegoms over de gehele periode pre cies 30 jaar. De gemiddelde leeftijd van de bruiden bedroeg precies 28 jaar. De reden waarom deze gemiddelden in Middelburg zoveel hoger waren, is dat de hogere klas sen, die in Middelburg vrij groot waren, later huwden. Mogelijk hertrouwden ook weduwnaars en weduwen in de stad snel ler dan op het platteland. Hoe ouder hoe gekker Hoe keek men tegen het huwelijk aan? In de negentiende eeuw waren er huwelijks- gidsen om echtparen te wijzen op de ver plichtingen die zij als echtgenoten en ouders hadden. Deze gidsen werden over wegend voor de burgerij geschreven. Hier in werd benadrukt dat voor een gelukkig huwelijk een weloverwogen partnerkeuze geboden was. Overeenstemming van prin cipes, stand en geloof, alsook verenigbaar heid van karakters waren absoluut nood zakelijk voor een goed huwelijk. Man en vrouw mochten elkaar in leeftijd niet veel ontlopen, met het oog op de 'regulering van de geslachtsdrift'. In de wet was de minimumleeftijd voor huwelijkssluiting gesteld, maar ook in de maatschappij heersten opvattingen over de geschikte leeftijdsperiode om te huwen en over het leeftijdsverschil tussen brui degom en bruid. In de periode 1811-1838, toen de Code Civil (uit de Franse Tijd) nog van kracht was, konden een man beneden de acht tien en een vrouw beneden de vijftien geen huwelijk aangaan. De koning kon wegens gewichtige redenen dispensatie verlenen. Een man beneden de 25 en een vrouw beneden de 21 hadden bovendien voor het aangaan van een huwelijk toe stemming van hun vader en moeder nodig. Het in 1838 ingevoerde Burgerlijk Wetboek bepaalde dat de minimale huwelijksleeftijd van de man achttien bleef, die van de vrouw kwam op zestien jaar. Een verzoek om dispensatie bleef mogelijk. Krachtens een artikel in het Burgerlijk Wetboek kon den personen die de meerderjarigheids- grens nog niet hadden bereikt - deze grens was uiteindelijk op 23 jaar gesteld - zonder toestemming van hun ouders niet huwen. Kinderen die 23 jaar waren en dus meerderjarig, maar nog geen 30, waren ook verplicht om voor het aangaan van een huwelijk toestemming van hun ouders te vragen. Wanneer zij die toestemming niet hadden verkregen, konden zij de tus senkomst van de kantonrechter inroepen. Deze verplichting werd pas per 1 januari 1970 vervallen verklaard.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 20