len tussen mannen en vrouwen werden bekritiseerd met gezegden als: "Jong met jong en oud met oud, dient het best te zijn getrouwd." Over mannen die huwden met veel jongere vrouwen werd gezegd: "Een jonge vrouw is eens ouden mans doods kist." Het huwelijk met een weduwe werd ook negatief beoordeeld. Huwelijksrelaties tussen een jonge man en een oudere vrouw of een oudere man en een jonge vrouw worden verstandshuwe lijken genoemd. In de loop van de negen tiende eeuw neemt het aantal van derge lijke relaties behoorlijk af. Oudere vrouwen zouden aantrekkelijk zijn geweest wegens hun spaargeld en hun ervaring die in een bedrijf nodig kon zijn. De opkomst van de romantische liefde in de loop van de negentiende en in de twintigste eeuw deed het aantal verstandshuwelijken dalen. Overigens zijn dergelijke huwelijken in Zeeland nooit erg belangrijk geweest. Vóór 1900 was 3,2 procent van alle huwelijken tussen een weduwe en een jongeman, tussen een weduwnaar en een jonge vrouw 7,2 procent. In Middelburg komen we in 1838 (29 maart) een huwelijk tegen tussen de 24-jarige Jan Peek en de 70- jarige Geertruijt Smits en op 19 december 1816 trouwt de krasse knar Cornelis Brou wer op 86-jarige leeftijd met de 55-jarige Janna de Plaa. Hij is tevens ook de oudste bruidegom in Middelburg. De oudste bruid was Maria Therese Carlier. Zij trouwde op 16 augustus 1827 op 78-jarige leeftijd met de 59 jaar oude Jan de Bree. Zij waren beiden eerder gehuwd geweest. Een mooi voorbeeld van twee mensen die hetzelfde beroep hadden is het huwelijk tussen Abraham Baljé en Johanna Jacomi- na Malgo op 14 oktober 1891. Zij waren beiden straatwieder. Is hier sprake geweest van een romantische liefde? Afkomst Wat afkomst betreft trouwde men over het algemeen binnen de eigen sociale klasse. In de Zeeuwse hoofdstad waren alle klas sen vertegenwoordigd: de grote burgerij (militairen, adellijke personen), kleine bur gerij (winkeliers, ondernemers, zelfstandi ge ambachtslieden) en intellectuele beambten, een zelfstandige boerenklasse, en de arbeidende klasse bestaande uit handwerkslieden en fabrieksarbeiders en losse en ongeschoolde arbeiders. Dan was er nog het zogenaamde lompenprole- tariaat en mensen zonder beroep of gepensioneerden. Het kwam natuurlijk wel eens voor dat bruidegom en bruid uit verschillende klas sen met elkaar trouwden. In het Middel burgse bestand duikt dit sporadisch op. Een voorbeeld van een huwelijk tussen een werkgever en een werknemer, en dus ook tussen twee verschillende klassen, is mogelijk dat van de apotheker Martinus van den Abeel. Op 30 maart 1864 trouwt hij op 60-jarige leeftijd met zijn mogelijke huishoudster, de 54-jarige Petronille Philip pine Rombout. Op 18 december 1867 trouwt hij voor de tweede keer, als weduw naar, met de 25-jarige huishoudster Maria Magrietha Kwekkeboom. Herkomst Een huwelijkspartner uit dezelfde woon- of geboorteplaats had de voorkeur. "Vrijt daar ge zijt" was de uitdrukking. Men kan zich voorstellen dat dit voor de dorpen meer gold dan voor de stad Middelburg. Toch blijkt een groot aantal geboren Middelbur gers met elkaar te trouwen. Over de perio de 1811-1922 is de helft van het aantal

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1999 | | pagina 24