boven slagerij Van Os aan de Langedelft B
120 woonde, bezweek aan de gevolgen
van het eten van bij Van Os gekochte
leverworst of varkensnieren. Dokter Haring
man, die Plankeel had onderzocht, had bij
zijn eerste bezoek nog geen enkel vermoe
den gehad dat de genuttigde leverworst
oorzaak van alle ellende was. Hij had zelfs
bij zijn vertrek uit diens woning nog gauw
een stukje leverworst gepakt en opgege
ten. Dezelfde nacht had Haringman last
van hevige diarree gekregen, maar hij was
weer snel hersteld. Ook de hond van Plan-
keel had van de worst gegeten en bleek
eveneens te lijden aan cholerine-aanvallen.
Op 30 maart 1874 overleed de 36-jarige
dagloner Andries Buijs van de Noordweg
R 75 aan de leverworstvergiftiging. Een
dag later bezweek de 35-jarige werkman
Adriaan Johannis van Kamer uit de Sint
Janstraat H 145 aan dezelfde kwaal.
Uiteindelijk trof de worstvergiftiging maar
liefst 329 personen in Middelburg en veer
tien in de directe omgeving, waarvan vier
in Arnemuiden, één in Domburg, twee in
Koudekerke, twee in Westkapelle, vier in
Goes en één in Wissenkerke. Voor zes
personen was de vergiftiging fataal. In
Middelburg overleden vijf personen en in
Wissenkerke één. De ziekteverschijnselen
waren braken, diarree met krampen in de
onderbuik. De zwaarste slachtoffers kre
gen daarnaast nog kuitkrampen, "schie-
lijken collapsus en andere aan asiatische
cholera verwante verschijnselen." Volgens
dr. J.C. de Man, die velen behandelde,
leverden de ziekteverschijnselen "een
toneel voor den schouwburg: bleek, ang
stig, totaal ontregeld in de spijsvertering,
dorstig en koortsig."
Pas na ruim twee maanden was deze ver
giftiging definitief voorbij.
Onderzoek
Inmiddels was er een team gevormd dat
door de rechter-commissaris werd
gevraagd een onderzoek in te stellen naar
de oorzaak van de leverworstvergifting.
Hierin zaten dr. Seelheim, leraar scheikun
de aan de Rijks Hogere Burger School
(hbs) in Middelburg, dokter J.C. de Man,
Dr. J.P. Berdenis van Berlekom, een van de art
sen die onderzoek deed naar de oorzaak van de
Middelburgse leverworstvergiftiging. (Rijks
archief in Zeeland, Zelandia Illustrata deel IV,
nr. 154-7)
P.M. de Ligny en M.J. Verhulst. Later werd
prof. dr. J.W. Gunning, hoogleraar te
Amsterdam, toegevoegd als deskundige.
Het eerste scheikundig onderzoek door dr.
Seelheim leverde geen sporen van mine
rale vergiftiging op, zodat een al of niet
opzettelijke toevoeging van enig gif uitge
sloten werd geacht. Daarom zocht men de
oorzaak eerder bij het varken waarvan de
worst was gemaakt. Dat varken was een