schermers elders jaloers kunnen zijn. Aan
cultuurhistorische en zelfs aan landschap
pelijke waarden schijnt, zo is me tenminste
verteld, dit type 'natuurbeschermers' (eigen
lijk: natuurmakers) weinig boodschap te
hebben. Of de nieuwe landgoederen nu
fraai zijn om te zien of niet, er zullen bioto
pen bijkomen en daar gaat het hen om.
zal proberen om het bosareaal te vergro
ten om nieuwe landhuizen aan het zicht te
onttrekken, de weidsheid van het agrari
sche landschap ter plaatse met de karak
teristieke, machtig opdoemende en steeds
anders gekleurde bosrand van Overduin
als begrenzing, zal onherroepelijk veran
deren. Bovendien gaat het om een uniek
Vanaf het kruispunt Lijdijkweg-Koningin
Emmaweg richting camping Oranjezon. Foto
Leo Hollestelle)
Bezwaren
Het plan voor de nieuwe landgoederen en
in het bijzonder het opnemen van het
gebied tussen de Overduinselaan en de
Munnikweg in de 'vestigingszone' voor
deze landgoederen, stuit echter zowel uit
cultuurhistorisch oogpunt als uit hoofde
van het landschapsschoon, op niet geringe
bezwaren. Op wat voor manier men ook
historisch gebied, namelijk het laatste
opengebleven gebied (met resten van de
middeleeuwse kreek de Zwene) voor de
definitieve inpoldering van dit deel van
Walcheren in waarschijnlijk de vijftiende
eeuw. De verkaveling is er nooit erg klein
schalig geweest en gaat in feite recht
streeks terug op dit inpolderingsverleden.
Tenslotte is het noordelijke deel van het
gebied langs de Munnikweg nu reeds aan
gegeven als taakstellingsgebied voor
natuurbouw en op een aanzienlijk deel
ervan wordt al sinds het begin van de twin-