De kop van het Noordholwerk na de oorlog (december 1947). Het witte gebouw is het con sultatiebureau voor tbc-patiënten, dat in de oorlog ook als kraamkliniek werd gebruikt. Daarachter de Buitensociëteit, die een andere bestemming had gekregen. (Foto les Lamain, Zeeuws Documentatiecentrum) Tine Keller aan B. en W. van Middelburg in 1954: "Bij al het verlies aan landschaps- schoon, dat wij op Walcheren bij de inun datie moesten lijden, bleven er toch nog een paar lichtpuntjes... de oude forse en hoge bomen op onder meer de hoge bol werken van Middelburg. U kunt zich dan ook onze verbaasde schrik voorstellen, toen wij en vele anderen merkten, dat nu op het Noordbolwerk bijvoorbeeld alle bomen van formaat, maar dan ook alle, zijn genummerd en dus op de nominatie staan om te worden gekapt. Daar is onder meer het hoge bolwerk tegenover de Noordweg, een van de schilderachtigste plekjes van onze stad. Hebt U, bij de Mei doornlaan staande, daar over het water de zon wel eens zien ondergaan achter die hoge bomengroep; of gezien, hoe in de winter het fijne kantwerk van die takken zich aftekent tegen een kleurige lucht? Er zijn op die plaats al veel bomen verdwe nen, maar is het absoluut noodzakelijk, dat alle worden gerooid?" Maar Gemeentewerken vond dat "alle bomen niet voldoende levenskracht kun nen opbrengen om door het ontbreken van alle andere houtopstanden tussen Middel burg en de kust, tegen de zeer verslech terde klimatologische omstandigheden weerstand te kunnen bieden." Het appèl van Tine Keller werd niet geho noreerd en de bomen werden gerooid. Maar haar brief heeft stellig hernieuwde aandacht op de bolwerken opgeleverd, want in november van hetzelfde jaar werd een uitvoerig rapport over de beplanting en aanleg in verband met oorlogsschade 1946-1954 door C.P. Broerse aan B. en W. uitgebracht. Hoe bloemrijk De Wandeling toentertijd was, blijkt uit een verslag van de plant soenbewaker Jan Tollenaar in 1956: "Het zijn echter niet alleen kinderen, die wel eens uit de band springen, zelfs grote mensen doen dat wel eens. Ik heb hierbij op het oog het plukken van bloemen (seringen) in de bolwerken. Op 18 mei j.l. te omstreeks 21.05 uur zat ik verscholen tussen de struiken aan het Veersebolwerk, vlak bij de daar staande seringenstruiken. Op dat moment kwam een bejaarde dame

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2000 | | pagina 12