en om gebruik te kunnen maken van een gunstige wind, het zeiltuig opgehad." Hij vervolgt: "De geringe lengte in verhou ding tot de breedte van onze schepen had te maken met het feit dat de beurtschepen bij het afmeren in het Haringvliet te Rotter dam altijd met de kop in de wal lagen. Er moest tussen twee rijen schepen een doorvaartruimte overblij ven." Ook in Middelburg was het vaak dringen. Kees: "Vanwege de weekmarkt op donderdag lag het hier dan vol met beurt schepen. Er waren toen nog diensten op Goes, Zierikzee, Kamperland, Breskens, Terneuzen, Walsoorden, Bergen op Zoom en Amsterdam/ Zaandam." (Volgens een andere door mij geïnter viewde schipper moeten het er wekelijks zeker vierentwintig zijn geweest - ARK.) Elke zondag vertrok er van Vermeulen een schip vanuit Middelburg via Dordrecht (de Bom- kade) naar Rotterdam, een reis die acht a tien uur duurde. De schip pers legden daar zowel op de heen- als op de terugreis altijd even aan bij hun agent Van Putte. Meestal werden daar dan slechts kleine partij tjes gelost of geladen, waarbij Van Putte voor de aan- en afvoer zorgde. Voor vrij- zelden. Dat zeilen betekende ook een hoop extra werk en daar zat je niet om verlegen." Kees: "Om wat voor reden dan ook kon den we op een keer niet via Veere naar Middelburg. We moesten een omweg maken via Wemeldinge-Hansweert en Vlis- singen. Toen heb ik, om olie uit te sparen Schipper Hubregt Vermeulen (1841). (Foto archieffam. Vermeulen)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2000 | | pagina 16