culiere vaart in. Hij heeft nog een tijdje
voor een collega-schipper een beurtdienst
Terneuzen-Rotterdam waargenomen en
nog één seizoen, na zijn schip aangepast
te hebben, op mosselen gevist. Uiteindelijk
heeft hij het schip verkocht en is hij
scheepsbevrachter geworden.
man. Oorlog of niet, hij voer altijd! Ik was
toen 7 of 8 en moest in Antwerpen altijd de
boodschappen doen. Het was wel oorlog,
maar er was van alles te krijgen. Moet je je
voorstellen dat ik als kind van 7 eropuit
werd gestuurd. Mijn ouders waren goede,
gezellige mensen, waar iedereen graag bij
aan boord kwam. Ze stonden altijd voor
De houten tjalk 'Jeannette' aan de Rotterdamse
Kaai te Middelburg, ca. 1910. (Foto archief
fam. Vermeulen)
Twee Jeannettes
Pieter Vermeulen junior nam in 1920 de
'Maria Hendrika' van zijn vader over en
herdoopte het schip in 'Jeannette', naar
zijn vrouw Jeannette de Graaf.
Zijn dochter, Toos de Jager-Vermeulen
(1907), wist zich nog veel uit die jaren te
herinneren: "Vader heeft eerst nog een
houten tjalk gehad, ook een 'Jeannette'.
De Eerste Wereldoorlog staat me nog vers
in het geheugen. Vader was een robuuste
iedereen klaar met koffie of een borrel.
Vader smokkelde vaak Belgische vluchte
lingen mee naar Nederland. Oom Andries
deed ook in de onderneming mee. Hij is,
voordat het schip naar mijn vader ging,
van 1918 tot 1920 schipper geweest op de
'Maria Hendrika'."
De naam 'Maria Hendrika' bleef bewaard,
want Andries Vermeulen liet in 1922 op de
werf van Figee in Maassluis een voor die
tijd zeer modern motorschip bouwen, ook
weer een 'Maria Hendrika'.
In dezelfde periode werd de 'Jeannette'
verlengd en gemotoriseerd en werden de
'Walcheren II' en de 'Johanna Catharina'