lucratiever dan die op Antwerpen. Er
waren wel stoombootverbindingen tussen
Zeeland en Antwerpen, maar beurtdien
sten hebben op die lijn nooit gefloreerd.
Schipper Andries Vermeulen móest er dan
ook wel 'eigen' handel op nahouden om
het hoofd boven water te kunnen houden.
De oorlog
Tijdens het Duitse bombardement van vrij
dag 17 mei 1940 lagen de 'Maria Hendri-
ka' en de 'Jeannette', geladen met aardap
pelen voor Rotterdam, bij de Havendijk te
Middelburg. Een kleine bom viel in de
sloep van de 'Maria Hendrika', waardoor
alle ruiten van roef en stuurhut het moes
ten ontgelden. Er waren geen slachtoffers.
Alleen Jakoba liep lichte verwondingen
aan pols en arm op. Na de brand die Mid
delburg verzengde, zijn beide schepen als
nog naar Rotterdam vertrokken.
Jakoba: "Het was doorlopend zaak om uit
handen van de bezetter te blijven. Ik herin
ner me dat we een tijdje 'ondergedoken'
gelegen hebben in het Balkengat te Mid
delburg. Het varen was erg gevaarlijk, we
hadden last van mijnen en liepen voortdu
rend het risico door Engelse jagers
beschoten te worden. Vaak stond ik dan
met mijn broer Piet voorop om naar mijnen
uit te kijken. We hebben er heel wat zien
drijven en tegen het talud van dijken aan
gespoeld zien liggen."
Tegen het eind van de oorlog werd schip
per Andries - letterlijk met het geweer op
de borst - gedwongen om met zijn schip
Rode-Kruisgoederen naar Terneuzen te
brengen. Hij vertrok en kwam aan, maar
vanwege de oprukkende geallieerden
moest hij direct weer terug, volgeladen
met Duitsers en hun krijgsgevangenen.
Met nog meerdere schepen werd hij naar
Hoedekenskerke gedirigeerd. De schepen
werden daar op last van de Duitsers tot
zinken gebracht, maar Andries wist het
voor elkaar te krijgen dat zijn schip behou
den bleef. De voorraad olie aan boord
deelde hij aan de plaatselijke bevolking uit
en met een hoog water wist hij tussen de
wrakken door te vertrekken.
De jaren vijftig
Tijdens de februaristorm van zaterdag 31
januari op zondag 1 februari 1953 lagen
de 'Jeannette' en de 'Maria Hendrika'
samen aan de Punt in Middelburg.
Annie Vermeulen-Kombrink, weduwe van
André (1919), ook een zoon van Pieter:
"De maandag daarop werden de sloepen
van de 'Jeannette' gevorderd. Een vracht
auto kwam ze ophalen. Kort daarop zijn wij
vertrokken naar Zierikzee om vee te eva
cueren naar Goes. Daarna heeft ons schip
nog zo'n zes weken dienst gedaan als
huisvesting voor arbeiders die werkten aan
het dichten van de dijken."
De 'Maria Hendrika' werd halverwege de
jaren vijftig iets verhoogd en met vijf meter
verlengd, waarmee het laadvermogen op
164 ton kwam en het schip beter beant
woordde aan de eisen van de particuliere
vrachtvaart.
In 1952 al had Andries zich teruggetrokken
en het schip aan zijn zoon Piet overge
daan. Deze heeft tot eind 1971 met zijn
zoons Daan (1941) en later André (1953)
gevaren. Daan en André varen nog steeds
in de binnenvaart. Daan heeft z'n eigen
schip, de 'Wilmar' (2900 ton), en André
vaart als zetschipper op de 'Sherpa' (900
ton). Daans zoon, ook weer een Pieter, is
eveneens de binnenvaart ingegaan. De
vijfde generatie Vermeulen is hiermee
doorgebroken!