Van den Broeke heeft bijzonder veel titels geraadpleegd, waaronder ook artikelen (veel van hemzelf) uit De Wete en boeken waarvan de inhoud inmiddels al lang is achterhaald. Hij heeft uit al die boeken de verhalen gehaald, de feiten, de anekdotes en ze in zijn wandeling over het eiland ver werkt. Een beetje lukraak, durf ik zelfs te stellen, de zuurgraad van deze recensie nog iets verhogend. "Und sorglos hab ich es gesammelt", is zijn inspiratie. Té zorge loos, naar mijn mening. Het gaat hem ken nelijk ook niet om de correctheid van de feiten; het gaat hem meer om de impres sies, en die zijn van hem. Daar kan ik niets van zeggen. Behalve dat ik het dan regel matig met hem eens of oneens ben. Hij vindt dat er te veel plekjes op Walcheren in rap tempo worden overgeleverd aan de schaalvergroting en de toeristen; mee eens. Hij heeft een grondige hekel aan gezinnen met kinderen (al dan niet toeris ten); mee oneens. Maar ja, dat is zijn mening. Voor wie is dit boek eigenlijk bedoeld? De ambitie van het boek is hoog, gelet op de hoogdravende woorden in de inleiding. Het zou moeten passen in de traditie van het persoonlijke reisverslag, doorspekt met wetenswaardigheden over de omgeving. Toeristen? Die verfoeit hij, afgezien van de cultuurtoerist, maar die hebben soms ook kinderen (echt waar), terwijl hij zelf als toe rist over het eiland wandelt. Bewoners? Die weten er meer van en ergeren zich aan de fouten. Geïnteresseerden in de geschiedenis van het eiland, zonder al te veel kennis van zaken? Die misleidt hij. U merkt het: ik kan niet enthousiast wor den over dit boek. Het zit ook nog vol pedant taalgebruik en onnodig jargon. Nogmaals de familie De Visser In De Wete van juli 1999 recenseerde ik het stamboomonderzoek van de familie De Visser. Daar heb ik twee reacties op gekregen. Allereerst van de auteur, die mij via de redactie liet weten welke naslagwer ken hij had gebruikt bij het reconstrueren van de Walcherse historie. Daaruit bleek overigens dat de auteur - zelf reeds veer tig jaar geleden naar Australië vertrokken - voor wat betreft de oudste (onder andere bodemkundige) geschiedenis werken van vóór die tijd had geraadpleegd. En inmid dels heeft de wetenschap door voortdu rend onderzoek nieuwe feiten aan het licht gebracht en oude waarheden herzien. De tweede reactie betreft die van de heer A. Gideonse uit 's-Gravenzande. Hij heeft zelf dit jaar een boek op de markt gebracht over het geslacht De Visser. En dit boek laat zien hoe het wél moet. Hier staat niet zozeer de geschiedenis van de omgeving van de mensen centraal, als wel de stam boom zelf. Er is kort aandacht besteed aan de tijd waarin de mensen leefden en de genealogische bronnen, maar tamelijk snel komt de familie zelf aan de beurt. De naam en de migratie van de familietak ken) binnen Walcheren worden uit de doe ken gedaan, evenals de zitting van familie leden in de gemeenteraden van Domburg en Aagtekerke, en dan volgen er 200 pagi na's namen. Prima verzorgd, duidelijk omschreven en vormgegeven en de mate van zorgvuldig heid en zelfs volledigheid doet een gevoel van diepe bewondering opborrelen. Wie voortkomt uit de eerste De Vissers van de familie, komt zichzelf gegarandeerd tegen. Tot mijn stomme verbazing kwam ik zelfs nog eigen familie tegen (mooi meegeno men, zij het aangetrouwd en doodlopend).

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2000 | | pagina 31