cesvol was hij niet: slechts negen volgelin
gen. De twee trouwsten waren Athenasius
en Theodorus. In een verschijning zag hij
Maria, die hem moed insprak en hem een
houten beeld van haarzelf en een pilaar
van jaspis gaf. Hij kreeg de opdracht voor
haar een kerk te bouwen in Zaragoza. De
basiliek Nuestra Senora del Pilar beroemt
zich erop de eerste Mariakerk ter
wereld te zijn.
Jacobus keerde terug
naar Palestina en vond
daar zijn dood. Zijn
moeder met gevolg
vluchtte en leed
schipbreuk aan de
Franse zuidkust bij
Saintes-Maries-de-la
Mer, nu nog steeds
een bekend bede
vaartsoord, vooral voor
zigeuners. Athenasius en
Theodorus vluchtten 's nachts
met het onthoofde lichaam van
Jacobus per schip en brachten hem in
zeven dagen naar de kust van Galicië. In
Padron gingen ze van boord en kregen
hulp van een ridder. Diens paard sloeg
echter op hol en wierp de ridder in zee.
Met Gods hulp rees hij op uit de Atlanti
sche Oceaan, helemaal bekleed met
schelpen. Na een aantal problemen von
den ze een plaats in een dal bij de berg
Pico Sacro, bouwden een kapelletje en
legden hun meester (lichaam én hoofd) in
een marmeren tombe. Zij wijdden hun ver
dere leven aan de bekering van Galicië.
Later werden zij naast hun meester begra
ven.
Zevenhonderd jaar rustte Jacobus verge
ten in de groene bossen van Noordwest-
Spanje. In die tijd werd het christendom
staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk.
In 711 werd Spanje vanuit Afrika onder de
voet gelopen door de mohammedaanse
Arabieren. Onder de Arabieren werd Span
je het rijkste en beschaafdste land van
Europa.
Vanuit de christelijke wereld probeerde
men het Moorse gebied te heroveren.
In de bergen en bossen van Gali
cië leefden vrome kluize
naars. Op een nacht
zagen zij boven een
oude eik een stralen
de ster. Zij meldden
dit aan de bisschop
van Padron, Teo-
domiro. Na onder
zoek vonden zij het
kapelletje met daar
in de drie sarcofagen.
Op een stukje papyrus
daarin stond van wie de
drie graven waren. Dit had
tot gevolg dat de heilige Jacobus
(Santiago in het Spaans) werd uitgeroepen
tot patroon van heel Spanje. Men liet een
kerk bouwen boven de graven en een
stadje eromheen met de naam Composte-
la, afgeleid van Campus Stellae: veld der
ster.
De ontdekking van het graf van de apostel
Jacobus betekende een ommekeer in de
strijd tussen christenen en moslims. In hun
strijd werd Jacobus voor de christenen
Matamoros, de morenslachter. Hij streed
voor het eerst aan hun zijde in de slag bij
Clavijo in 844. Het terugdringen van de
Moren duurde echter nog geruime tijd. In
997 verwoestte Al-Mansoer Santiago tot
de laatste steen, maar het graf van Jaco
bus liet hij intact. De stromen pelgrims ble
ven echter komen en bonden Noord-Span-