üH
stand voor het hoog- en het laagwater af
te lezen en te noteren. Nadeel van deze
waarnemingsmethode was dat men de
standen alleen bij daglicht kon aflezen.
Vooral in de wintermaanden, tijdens het
stormseizoen met meer extreme water
standen, kon meestal maar moeizaam
over goede ononderbroken meetresultaten
worden beschikt.
honderdjarige periode van 1870 tot 1970.
In de eerste plaats omdat vanaf 1870
meer en betrouwbaardere getijgegevens
aanwezig zijn en in de tweede plaats
omdat door afsluiting van het Veerse Gat
in 1961 en het Zuid-Sloe in 1962 het actie
ve getijdegebied langs de kust van Wal
cheren met ongeveer een kwart zou ver-
De peilschrijver
De visuele peilschaalmethode wordt tot op
heden wereldwijd nog steeds met succes
toegepast. De introductie van de peilschrij
ver omstreeks 1870, waarbij het verloop
van het getij langs mechanische weg dag
en nacht continu kon worden geregi
streerd, was van grote betekenis voor het
toenmalig waterbeheer in Nederland.
Rijkswaterstaat heeft zich van meet af aan
beijverd om een landelijk net van peilmeet-
stations op te bouwen.
Voor onderlinge vergelijkbaarheid werden
alle peilschalen die deel uitmaakten van dit
net, vastgelegd aan het in 1891 officieel in
Nederland ingevoerde referentievlak, het
Normaal Amsterdams Peil, afgekort met
NAP.
Op Walcheren kreeg de systematische
waterstandmeting vanaf 1856 betekenis. In
dat jaar kwamen van het peilmeetstation
Arnemuiden de eerste officiële waarnemin
gen beschikbaar. Later zou op diverse
lokaties aan de kust van Walcheren nog
een vijftal van dergelijke stations worden
ingericht.
Dit artikel gaat verder over de georgani
seerde waterstandmeting en het vóórko
men van extreme waterstanden in het
getijdegebied langs de kust van Walche
ren. Ik heb hierbij bewust gekozen voor de
f—TNAP
r"-
-+25t
I2cm
-207cm
Schets van een peilschaal. (Tekening uit
'Hydrografisch opnemen')