Naast het raadplegen van een chirurgijn of
heelmeester werden in de negentiende
eeuw door de plattelandsbevolking ook
paeremêêsters en wonderdokters geraad
pleegd. Piet de Plaa (1814-1893) uit Melis-
kerke was zo'n paeremêêster. Hij mêêster-
de niet alleen over paarden en koeien
maar ook over mensen. Daarnaast hield hij
zich bezig met toverkunst. (Zie de Wete nr.
3 van 1994.) Een tijdgenoot van De Plaa
was Woerkes, die in gist handelde. Hij
woonde in de Gravenstraat in Middelburg.
Ook hij rippereerde menselijke lichamen.
De Plaa en Woerkes waren niet bevoegd
de geneeskunde uit te oefenen.
Er bestond natuurlijk ook nog altijd de
mogelijkheid eigen doktertje te spelen.
Veel mensen van het platteland van Wal
cheren kenden huismiddeltjes voor mens
en dier.
Een van mijn voorvaders, Lein Hugo Bras
ser (1762-1828), die landbouwer in Koude-
kerke was, had een schrift waarin hij
geneesmiddelen voor koeien, paarden en
mensen opschreef. Later heeft zijn zoon
Hugo Lein er nog wat bijgeschreven: "Een
treffelijke remedie voor menschen die
gekwelt zijn met volligheid of te hoesten,
zeer op de borst. Neemt een ijzren pot,
doet die vol water, snij er 3 a 4 roode koo
ien in en kookt die 3 a 4 uuren. Dan 't zap
door een doek gedaan en beziet dan hoe
veel pinten zap gij hebt. Want in elke pint
zap moet een pondt suiker en dan weder
om 1 of 2 uuren kooken. In al uw kooken
moet gij de pot wel toestoppen, dat er
geen doom uit komt en laat alzoo koudt
worden als stroopie. Geen beter drank in
de weereld om een mensch gezond te
maken. 3 Lepels daags."
"Een kostelijke olie voor peerden, koejen
en menschen die bezeert zijn. Neemt 3
oneen termethijnolie, 3 oneen pijlsteertolie,
3 oneen wormolie, dit samengevoegd op
de bezeerde deelen wrijven."
"Om wonden uit te wassen of te strijken, is
brandewijn en putwater goedt."
"Een remedie voor een borst van een vrou
we en ook dient het zelve voor zweerende
helders [uiers]. Neemt een lepel azijn en
voor 1 stuiver goudtgelist en doet dat in
een ijsere pot en vrijft dat met een lepel
zoo lange totdat 't wit wordt en strijkt daar
mede 1 daags tot 6 maal toe. Het zal zeker
verdwijnen."
"Voor een zweerende borst van een
vrouwspersoon. Neemt roggemeel en
manspisse dat tot een zalve gemaakt
warm op de borst gelegt, het zal zelden tot
zweeren komen."
"Remedie voor een mensch die de rooze
heeft. Neemt een haas, die maar zoeven
geschooten is en doet hem open. Neemt
een doek en maakt dien bebloet en draagt
die in je zak. Je zult van geene rooze weten."
"Voor menschen die brandig zijn en met
kouwe en winden zijn gekwelt. Neemt 1
stuiver ginsianis, 1 stuiver alanswortel, 1/2
stuiver boontjesbaakelaar, 1/2 st. mans-
kragt, Vz stuiver munte, 1/2 stuiver mijrane,
1 stuiver klementar, 1 stuiver galanswortel,
moet gestampt zijn en dit op genever of
brandewijn en daarvan gedronke, is zeer
goed 's morgens een mondvol. Ik hebbe
hetzelve ondervonde. LB [Lein Brasser]."
"Voor menschen die zeer gekwelt zijn met
de jigt aan armen en beenen. Ten eersten
neemt voor een stuiver poplijjoenoiie, voor
1 stuiver dialtia, voor 1 stuiver olie van
bajen, voor 1 stuiver olie van roozen, voor
1 stuiver spijkolie, voor 1/2 stuiver terme
thijnolie, voor 1 stuiver hondevet, voor 1
stuiver voorloop van brandewijn. Dit al