van de eigenaar, eventueel de naam van
de huurder, de getaxeerde huurwaarde in
guldens, stuivers en penningen. De kohie
ren zijn alle volgens een vast stratenpa-
troon opgesteld, de looproute van de ont
vanger. Bij een andere ontvanger ziet men
weer een ander stratenpatroon, wat de
overzichtelijkheid niet altijd ten goede
komt. Door de huisnummers van de ach
tereenvolgende kohieren met elkaar te ver
gelijken ontstaat een mooi overzicht van
de bewoningsgeschiedenis van een huis.
In ongeveer de helft van de wijzigingen
blijkt sprake te zijn van erfopvolging. In de
overige gevallen is sprake van verkoop.
Ook samenvoegingen en naamsverande
ringen van woningen staan vermeld.
Het uiteindelijke doel van dit project zal
een kaartsysteem zijn, waarbij op elke
kaart nauwkeurig zal zijn te volgen wie de
opeenvolgende bewoners van een bepaald
huis zijn geweest gedurende de periode
1579 tot heden.
Bij deze lezingen werd opnieuw duidelijk
welk belangrijk werk vrijwilligers verrichten
bij onderzoek naar hun dorp, stad of
omgeving. Dit geldt ook zeker voor Arne-
muiden met zijn Historische Vereniging.
L.J.S.
Buitenplaatsen
Op 7 december 1999 verzorgde mevrouw
drs. I.H. Vogel-Wessels Boer, conservator
van de Zelandia llustrata van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen, een lezing over 'De tuin van Zeeland,
buitenplaatsen op Walcheren in de zeven
tiende en achttiende eeuw'. Dit mede in
verband met de gelijknamige tentoonstel
ling in het Zeeuws Museum. De Heemkun
dige Kring Walcheren organiseerde deze
lezing op verzoek van het Zeeuws Muse
um en in samenwerking met de Stichting
Vrienden van het Zeeuws Museum. De
lezing had plaats in de filmzaal van de
Provincie Zeeland in het Abdijcomplex en
werd geïllustreerd met dia's.
Het fenomeen buitenplaats ontstond in
Nederland aan het eind van de zestiende
eeuw. Rijke kooplieden en deftige patri
ciërs stichtten op het platteland een twee
de woning, waarin over het algemeen
alleen de zomer werd doorgebracht. Het
waren plaatsen van vermaak, die meer
geld kostten dan opbrachten. Er waren
inkomsten door verkoop van hout en pro
ducten uit de moestuin en de boomgaard,
maar deze wogen niet op tegen de kosten
van onderhoud die een buitenplaats met
zich meebracht.
Ook Walcheren was rijk aan buitenplaat
sen. Het hoogtepunt werd bereikt in de
tweede helft van de achttiende eeuw. In
die periode werden tuinen aangelegd in
rococostijl op een manier die zeldzaam
was in de rest van Nederland. Daar begon
de landschapsstijl al door te breken. Zo
rond 1770 lagen er ruim honderdvijftig bui
tenplaatsen op Walcheren. Men sprak toen
met recht over Walcheren als 'de tuin van
Zeeland'.
Door de economische recessie aan het
eind van de achttiende eeuw en de daarop
volgende Franse tijd zijn veel buitenplaat
sen verdwenen. De huizen werden afge
broken en de parken omgezet in wei- en
akkerland. De koetshuizen en tuinmanswo
ningen konden vaak nog goed dienst doen
als boerenhuis en soms zelfs als koeien
stal.