bij ziekte en afwezigheid. Hij was een zeer
ijverig en werkzaam en oppassend per
soon, steeds bij zijn zaak, zich netjes
bewegend en geen koffiehuisloper. Zijn
financiële toestand was gunstig, bij een
jaarlijks inkomen van 3500,- a 4000,-.
Bakker Papegaaij mocht zich leverancier
noemen van prinses Von Wied en haar
schoonzuster Elisabeth von Wied, koningin
van Roemenië (de dichteres met het pseu
doniem Carmen Sylva). De dames verble
ven in de zomer van 1889 vijf weken in
Domburg als gast bij Erbschloe, die later
daarom zijn villa de naam Carmen Sylva
gaf. Bij hun vertrek werden geschenken
uitgereikt, waarbij Papegaaij het voorrecht
van de dames verkreeg om voortaan op
zijn nota's te vermelden dat hij aan hen
geleverd had.
Het zit in de familie
Het echtpaar Papegaaij had zes kinderen,
twee meisjes en vier jongens. Twee van de
zoons kozen voor het banketbakkersvak
en gingen buiten Zeeland werken om erva
ring en nieuwe kennis op te doen. Adriaan
Willem (1885) in Leeuwarden, Cornelis
(1889) eerst in Groede en later in Amster
dam en Den Haag.
In 1906 kwam Adriaan in de zaak van zijn
vader werken en werd enige jaren later
diens compagnon, zodat daarna de zaak
gevoerd werd onder de firmanaam R.A.
Papegaaij Zoon.
Het is niet meer na te gaan hoeveel perso
neelsleden er in de zaak werkzaam waren,
maar het zullen er velen geweest zijn,
want de lonen waren zeer laag! Naast de
uitwonende waren er steeds wisselende
inwonende banketbakkers, zoals ik dat ook
in mijn ouderlijk huis in Den Haag heb
meegemaakt. Zij kwamen van (ver) buiten
Zeeland en bleven meestal twee jaar, ken
nelijk om in de banketbakkerij van Pape
gaaij ervaring op te doen. Dit leverde ook
een blijvend contact op voor dochter Fran-
cina Arnolda Papegaaij (1881) met de
inwonende banketbakker Jan Christiaan
Schürmann uit Assen. Zij trouwden in 1904
en namen daarna de banketbakkerij van J.
Kok aan de Mol in Zierikzee over. De zaak
werd onder eigen naam voortgezet mét als
specialiteit het Profetenbrood! Hoe geheim
het recept ervan ook was, voor de schoon
zoon werd een uitzondering gemaakt.
Ook woonden bij het gezin Papegaaij
meestal één, soms twee dienstboden in.
Zij waren meestal afkomstig van de dorpen
op Walcheren. De Nederlands hervormde
familie Papegaaij blijkt niet eng kerkelijk te
zijn geweest, want de inwonende banket
bakkersknechten behoorden tot zeer ver
schillende kerkgenootschappen: baptist,
doopsgezind, gereformeerd, Nederlands
hervormd, evangelisch, luthers en rooms-
katholiek. De dienstboden waren echter
wel bijna allemaal van de eigen kerkelijke
richting.
In de decembermaand met de sinterklaas-
en kerstdrukte moest het gezin ook letter
lijk ruimte inleveren. De woonkamer achter
de winkel werd ontruimd en er werd een
sinterklaastafel opgebouwd: een stellage
met verdiepingen, waarop alle heerlijkhe
den van chocolade en marsepein werden
uitgestald, zoals kleinzoon Reinier Hendrik
Papegaaij (1922-1999) mij vertelde. Ik ken
dit gebruik uit mijn Haagse jeugd maar al
te goed. Het hele huishouden stond erdoor
op zijn kop.
Tegenslag
In 1914 trok Reinier Abraham Papegaaij,
61 jaar oud, zich uit de zaak terug en gaf