de plaats waar nu Nieuwland ligt. In 1871
werd het Kanaal door Walcheren gegra
ven. De Sloedam kwam ook in dat jaar
gereed. Een jaar later was Middelburg per
spoor bereikbaar. Door de aanleg van de
spoordam door het Sloe werd Arnemuiden
afgesloten van het open water. Om dit te
ondervangen werd het Arnekanaal gegra
ven, dat voor een groot deel de loop van
de oude rivier de Arne volgde en ten noor
den van Middelburg aansloot op het
Kanaal door Walcheren. Het Arnekanaal
zorgde ervoor dat de vissersschepen
zowel via Vlissingen als via Veere de zee
konden bereiken. Sinds de afdamming van
het Veerse Gat in 1961 is de haven van
Arnemuiden niet veel meer gebruikt.
In 1871 kreeg Arnemuiden een eigen sta
tion op de spoorlijn Roosendaal-Vlissingen.
De heer De Ridder ging uitgebreid in op
de bebouwing van de kern Arnemuiden. In
de welvarende jaren, als voorhaven van
Middelburg, was er veel handel en nijver
heid. In 1493 werd een stratenplan
gemaakt. In 1505 werd begonnen met de
bouw van de kerk. In 1572 koos Arnemui
den de kant van de Prins van Oranje en
moest het door wraak van de Spanjaarden
een hoge prijs betalen. In 1574 ging het
stadje definitief over naar Oranje en pakte
het de draad weer op. In de periode 1567-
1583 werden fortificaties aangelegd. Het
stadje kende een aantal poorten, zoals de
Veerse Poort, de Middelburgse Poort en
de Tolpoort. Op oude tekeningen zijn ook
molens te zien.
Door de verzanding van rede en haven en
de aanleg van het Kanaal door Walcheren
kwam er een einde aan de bloeiperiode
van Arnemuiden; slechts de zoutnering, de
visserij en de weverij bleven overeind. In
later eeuwen bleef alleen de visserij de
voornaamste bron van inkomsten.
In het begin van deze eeuw vond pas
woningbouw plaats buiten de wal. Aan de
Langstraat bevond zich de Markt met de
Hervormde kerk, die in 1858 was gebouwd
ter vervanging van de oude kerk die te
groot was geworden. In 1857 werd Kle-
verskerke als zelfstandige gemeente opge
heven en bij Arnemuiden gevoegd. Per 1
januari 1997 maakt Arnemuiden (met Kle-
verskerke) deel uit van de gemeente Mid
delburg.
Wat nog herinnert aan de oude historie en
bloeiperiode, is beperkt. Het is daarom van
groot belang dat de Historische Vereniging
Arnemuiden haar werkzaamheden voort
zet.
De tweede inleiding werd gehouden door
de heer A.H.G. Verouden. Hij onderzoekt
de kohieren van de honderdste penning
van Arnemuiden vanaf 1579. Om een goed
inzicht te krijgen in de plaats die de hon
derdste penning innam in de Nederlanden
gaf de heer Verouden een kort historisch
overzicht.
Tot het jaar 1543 werd in de Nederlanden
belasting geheven door middel van
'beden'. De bede was een middeleeuwse
vorm van belasting, gevraagd door de
vorst aan de onder zijn jurisdictie vallende
onderdanen. De vorst was verplicht voor
elke belastingheffing een verzoek (bede) te
richten tot de Staten. Aanvankelijk hief
men belasting in tijden van geldbehoefte.
In de loop van de dertiende eeuw werden
de beden jaarlijks geheven. Het kwam
erop neer dat de Staten gezamenlijk het
bedrag van de beden moesten opbrengen
via een bepaalde verdeelsleutel. De Staten
verhaalden dit bedrag weer op de steden
en heerlijkheden, eveneens via een