Walcheren 1809
Een medische catastrofe
In juli 1809 lichtte het grootste Britse expe-
ditieleger dat ooit bijeengebracht is, langs
de kust van Kent het anker en voer met
gehesen zeilen naar het eiland Walcheren
in de monding van de Schelde.12 De
Engelsen beschouwden de bedrijvigheid
van de Franse marine in Antwerpen als
een 'bedreiging met een pistool tegen het
hoofd van Engeland', en de regering was
vastbesloten met een beslissende slag de
grootse plannen van Napoleon de grond in
te boren. De voorbereidingen van de expe
ditie kwamen echter maar moeizaam op
gang en het strategische doel was al voor
de uitvoering uit het zicht verdwenen.
Napoleon had namelijk inmiddels zijn
greep op het continent verstevigd door de
Oostenrijkers bij Wagram te verslaan.
Ongeschikte leiding
De kans op een goede afloop van deze
hachelijke onderneming werd nog vermin
derd door de benoeming van hoge militaire
en marine-stafleden die op ons, bijna
tweehonderd jaar later, overkomen als
figuranten in een komisch toneelstuk.
De opperste bevelhebber, Lord Catham,
de oudste broer van wijlen Mr. Pitt, had als
spotnaam 'de late graaf' vanwege de moei
te die hij had om 's morgens uit zijn bed te
komen. Hij werd naar Walcheren vergezeld
door zijn gunstelingen.
Gezagvoerder Sir Home Popham werd
door een co-officier - misschien onterecht
- beschreven als een man die op een nijl
paard lijkt, "an amfiberous hanimal, wot
cannot live on the land, and wot dies in the
water".
Schout-bij-nacht Sir Richard Strachan,
Popham's naaste hogere officier, was
enigszins bekwamer, maar ook hij bleek
niet opgewassen tegen de ondiepe wate
ren van de Schelde.3
Afgezien van het militaire geklungel, is de
beschrijving van de Walcherse expeditie
hoofdzakelijk een medisch verhaal. In een
paar weken tijd werd in een ogenschijnlijk
onschuldige streek in Nederland een leger
van veertigduizend man vrijwel volledig
vernietigd door ziekte. De oorzaak van
deze ramp - en de ziekte die de ramp ver
oorzaakte - blijft nog voor bespiegeling
open.
Aanvang van de koorts
Aanvankelijk bereikte de expeditie haar
doel. Het leger ging van boord op de eilan
den Walcheren en Zuid-Beveland. Het
kreeg weinig tegenstand van de Fransen
en kon de bezetting van de stad Vlissingen
aan de zuidkust van Walcheren verzwak
ken. Pogingen van de vijand om de dijken
door te steken en de eilanden onder water
te zetten, waren maar gedeeltelijk geslaagd
en de algemene stemming was optimis
tisch.
Die stemming sloeg eind augustus plotse
ling om. Verslagen van succesvolle militai
re verrichtingen veranderden in angstige
en ongelooflijke beschrijvingen over een
verschrikkelijke epidemie. Deze epidemie,
hoe rampzalig ook, was eigenlijk wel te
voorspellen geweest.
Zowel soldaten als artsen hebben gedenk
schriften van hun belevenissen op Walche
ren nagelaten. Het is alsof de toenmalige
beschrijvingen van Walcheren over twee
totaal verschillende streken gaan. Toen de
troepen voor het eerst aan land gingen,
zagen zij "vlak moerasland, in een tuin