0
Zomers
Op Walcheren was het in de zomermaan
den van 1786 goed toeven. De wegen
waren redelijk begaanbaar en natuurlijk
ontvingen de regenten hun hoge gasten
graag op hun buitenhuizen. Omstreeks die
tijd waren er op Walcheren nog meer dan
honderd buitenhuizen en lusthoven en het
eiland moet toen erg mooi zijn geweest.
Het zou binnen dit bestek te ver gaan de
stadhouderlijke familie op al hun talrijke
tochtjes te vergezellen. Bezoeken werden
onder andere afgelegd aan het prachtige
Rijnsburg bij Oostkapelle, Der Boede bij
Koudekerke en het oude slot Popkensburg
bij Sint Laurens, om er maar een paar te
noemen.
Vlissingen
Op 27 juni mocht Vlissingen zich verheu
gen in de komst van de prins. De bonte
karavaan werd voorafgegaan door twee
witte koetsen met zes prachtige 'gegar
neerde' paarden op de Vlissingse rijweg
(Oude Vlissingseweg). Bij de Rammekens-
poort aangekomen, werd de prins verwel
komd met 21 saluutschoten. Op dit signaal
werd plechtig de Oranjevlag op de Sint-
Jacobstoren gehesen, evenals op de in het
dok liggende oorlogsschepen. Het carillon
speelde het oude Wilhelmus, toen nog
geen volkslied maar een feestmars, en het
partijlied van de Prinsgezinden. De stem
ming zat er goed in en heel de dag was
het feest in het fraai versierde Vlissingen.
Na het diner in het oude stadhuis op de
Grote Markt wandelde de prins te midden
van de twee regerende burgemeesters
door de stad naar de Dokhaven, volgens
velen toen een der mooiste en meest
levendige delen der stad. Daar bevonden
zich ook de Admiraliteitswerf en het Arse
naal. Van oudsher hadden de Oranjes een
belangrijk aandeel in de ontwikkeling van
de Vlissingse havens. Die traditie gold ook
voor Willem V, door wiens toedoen in 1786
werd besloten het dok voor 287 duizend
gulden te repareren.
Na een kort bezoek aan het Van Dishoeck-
huis ging men weer terug naar het stadhuis,
's Avonds genoten de hoge gasten van de
prachtige verlichting. Vele huizen waren
met lampions versierd. Om tien uur werd
de terugreis naar Middelburg aanvaard.
Feest
In Middelburg draaide het hofleven op volle
toeren. Het werd een roes van audiënties
en recepties waarbij de nadruk lag op het
culinaire gebeuren. De meeste feestmaal
tijden vonden plaats op de Sociëteit van
Sint Joris en duurden vaak tot in de kleine
uurtjes.
Op zijn buitenplaats De Griffioen even bui
ten de stadsvesten onthaalde de Middel
burgse regent en mecenas der weten
schappen mr. Johan Adriaen van de Perre
de prins op een prachtig souper, dat
gevolgd werd door een tuinfeest. Voor deze
gelegenheid was de grote tuin achter het
huis "ongemeen kunstig geïllumineerd".
Bovendien had Van de Perre de wandel
plaats opengesteld voor zijn stadgenoten.
Aan alle zijden van de tuin was een groep
"muzijkanten geplaatst die de toegevloeide
menigte door een gedurig turks muzijk ver
rukte en verheugde". Aldus het boekje Het
Verheugd Zeeland dat een jaar later de
reis van de prins beschreef.
Uiteraard liet het stadsbestuur van Middel
burg zich evenmin onbetuigd. De vorstelij
ke gasten werden in de raadkamer van het
stadhuis uitgenodigd voor een diner van
66 couverts, versierd met een prachtig