de Molstraat liep, werd het overtollige
water weer afgevoerd naar de Dokhaven
bij de Dam en zodoende benut voor het
uitschuren en op diepte houden van de
havens. Uiteraard ook voor het in bedrijf
houden van de watermolen.
Een soort baggerschuit met de toepasse
lijke naam 'de mol' werd gebruikt om het
slib op de bodem van de haven los te woe
len. De Molstraat is ernaar vernoemd. Ter
plaatse waar het spuikanaal de Spanjaard
straat passeerde, lag een stenen brug,
compleet met ijzeren leuning. Hij ligt er
nog steeds, met één leuning. Gedeeltelijk
op de voormalige brug staat zelfs nog een
grote woning, met de unieke naam 'Het
huis op de spuibrug'. Het monumentale
pand is vele jaren in gebruik geweest bij
de Raad van Arbeid.
Hofvijver
In 1739 voeren er op het Molenwater nog
Engelse zeeschepen. In die tijd werden er
langs het water fraaie herenhuizen
gebouwd en de prachtige monumentale
Lutherse kerk, evenals het Burgerwees
huis en het IJkkantoor. Ook werd er, zoals
nog op oude prenten te zien is, langs
wegen en paden fraaie beplanting aange
legd.
Het Molenwater werd wel vergeleken met
de Haagse Hofvijver, waar voornamelijk
welgestelden woonden en recreëerden.
Doordat het in de loop der jaren begon
dicht te slibben, werd het meest noorde
lijke deel in 1818 gedempt en het overige
gedeelte omstreeks 1864. In het begin van
de vorige eeuw werd een deel van het
drooggelegde Molenwater gebruikt ais
exercitieterrein voor het garnizoen, terwijl
op een ander gedeelte een plantsoen werd
aangelegd, compleet met muziektent. Ook
werd er een ambachtsschool gebouwd, de
voormalige streekschool die kortgeleden
afgebroken is en waar zonodig weer een
groot huizenblok moet verrijzen. Waarom
wordt er geen plantsoen gemaakt? Dan
had het Molenwater misschien ook de allu
res gekregen van het Amsterdamse Bos.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog heb
ben de Duitsers het terrein ook nog
gebruikt. Er was een afdeling van een
tankregiment gelegerd. Het behoorde tot
het zogenaamde 'Doodskoppenregiment'.
De militairen droegen zwarte uniformen
met van die griezelige doodskoppen als
embleem op hun mouwen en petten. Ze
waren in het bezit van enkele kleine
gevechtswagens, een soort carriers, die
slechts zelden te zien waren. Onder de
hoge bomen stonden enkele barakken als
verblijfplaats voor de militairen en wat
loodsen voor materiaal.
Bedelaar
Het Molenwater heeft dus in de loop der
eeuwen al diverse bestemmingen gehad.
Minder bekend is dat het Molenwater ooit
ook nog een tijd in gebruik is geweest voor
de landbouw en dan vooral voor de mee
krapteelt. In 1827 werd er meekrap
geplant. Dat blijkt uit een brief van de Offi
cier van Justitie aan de Gouverneur van
Zeeland in verband met de arrestatie van
ene Floris Hollebrand wegens bedelarij. De
Officier van Justitie schrijft daarin: "...heb
ik u de eer U Edel Gestrenge te berichten
dat die persoon [Floris Hollebrand] werke
lijk op den 10den December 1826 voor mij
is gebragt, als bedelende gevonden te
Vlissingen. Gemelde persoon verklaarde
mij dat hij zich zonder geld of brood naar
Vlissingen begeven had om werk te zoe
ken. Dat hij daarin werkelijk geslaagd was