40 prestatie kreeg deze stichting een zoge noemde janplezier, waarvan de herkomst niet te achterhalen was en die niet geheel in de collectie paste. Door verwerving van geldmiddelen bij het Anjerfonds, het toenmalige ministerie van CRM en de Provincie Zeeland werd nog een tweetal Walcherse verenwagens in authentieke staat gerestaureerd. Hieraan werd een bijdrage geleverd door de heer A.W. Bakker, dorpssmid te Oost-Souburg, de heer J. Pleijte, wagenmaker te Nieuw en Sint Joosland, de heer C. Uijl te Vlissin- gen, huisschilder op Der Boede, en de heer A. Kesteloo te Koudekerke, die als timmerman het wagenmakersvak in zijn vrije tijd uitoefende. Bezit Op vrijwel elke boerderij was vroeger wel een Walcherse melkkar te vinden die gebruikt werd om van het erf naar de weide en terug met melkbussen te rijden. Daarnaast werd zo'n kar gebruikt om kla vers te halen als voer voor de paarden en om in de stad groenten uit te venten. Het (enige) exemplaar dat in bezit is van de stichting, werd verkregen van Theo de Ruiter, eigenaar van een hobbyzaak in de Gortstraat te Middelburg. Hij was gek op ringrijden en met deze kar nam hij deel aan folkloristische wedstrijden. Eén boom van het lamoen (de bomen waar het paard tussen loopt) is vervangen en de kar is in zijn geheel opnieuw geschilderd in de ori ginele kleur. Ook heeft de stichting van de familie Sprenger uit Oostkapelle een zogenaamd Oostkappels karretje in bruikleen. Dit was op de boerderij een 'manusje van alles', bijvoorbeeld voor het vervoer van melkbus sen en het halen van groenten en aardap pelen voor eigen gebruik. De arbeidende bevolking had eveneens dikwijls een dege lijk karretje dat zowel door mannen als vrouwen werd gebruikt en door twee per sonen getrokken kon worden. Een fraai exemplaar is de Zuid-Bevelandse menwagen, die met name door de heer Uijl ontdaan is van oude, vieze verflagen waaronder uiteindelijk een fantasievolle en rijke beschildering te voorschijn kwam, die geheel in zijn oude glorie is hersteld. Een bijzonder sterk staaltje vakmanschap. Door de eerdergenoemde heer Kesteloo is ook nog een Walcherse driewielskar nage maakt aan de hand van een niet meer te restaureren exemplaar dat in de tuin van het huis Warwijck te Veere heeft gestaan. Ook twee Walcherse menwagens (Moes bosch en Westerwijk) zijn vernieuwd en/of gerestaureerd, alsmede een Zeeuws- Vlaamse kapkar en een phaeton. Deze laatste twee exemplaren zijn van luxere origine, omdat de 'bak' is opgehangen in zware lederen riemen, die ook nog gespannen kunnen worden. Naast bovengenoemde wagens zijn ook nog in bezit van de stichting een Schouw- se molenaarswagen, een manufacturen- handkar, een hazenkar, een Zeeuwse arre stee en een Zeeuws-Vlaamse driewielskar. Van de familie De Buck uit Oostkapelle heeft de stichting een kerkbrik in bruikleen. Deze moet nog gedeeltelijk worden geres taureerd. In het verleden zijn diverse pogingen ondernomen om een gericht onderkomen voor het gerij te vinden, maar zonder resultaat. Er zijn veel belemmeringen, zowel van financiële als van planologische aard. Zelfs in de sfeer van een ambachten centrum zijn tevergeefs initiatieven geno men.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2000 | | pagina 42