bemanning statig achter de duinen. Het
laatste wat ik van ze zag was het vonken
van de zonlichtreflexen op de glazen
geschutskoepels.
Toekomstbeeld
Aan de overkant van de weg, in de berm
bij de watergang, lagen een paar Duitse
meer dan een half jaar daarvoor in Stalin
grad en Noord-Afrika werkelijkheid was
geworden.
Maar er was nog iets anders, zij het dat dit
pas veel later tot mij doordrong. Dit eska
der paste niet bij het kleinschalige Walche
ren van 1943. Boven de stalen romp van
de Willem Ruys en de grote werfkranen
De Nieuwe Vlissingseweg voor de Tweede
Wereldoorlog.
soldaten. Hun gezichten zagen deegbleek.
Een van hen omklemde een van de prach
tige bomen die daar toen nog stonden en
schokte met het lichaam als iemand met
vallende ziekte. Hun zondige trots en
noodlottige zelfoverschatting om met een
wereldverbond de degens te willen kruisen
begon zich aanwijsbaar te wreken.
Opeens hadden deze bevende Duitsers en
het eerbiedig zwijgen van hun luchtdoelge
schut voor mij een keerpunt van de oorlog
aanschouwelijk gemaakt, hoewel dit ai
had het zich misschien mogen ontladen.
Deze glinsterende, strak gestileerde arma
da, die leek te preluderen op een nieuw
technisch tijdperk, was volstrekt onverenig
baar met het doorleefde uiterlijk van het
eiland, dat met zijn oude hofsteden en
smalle kronkelwegen nog lag te mijmeren
in de naklank van zijn verleden. Verbijsterd
en niet begrijpend staarde Walcheren dan
ook naar het futuristisch schouwspel
boven zich. Visueel en akoestisch zou de
aanval thans wel hebben gekund. Het
eskader zou beslist niet misstaan in het
huidige Walcherse decor van kubistische
woontorens en monumentale rijbanen,