In augustus 1942 werden 1500 Vlissingers die geen deel meer hadden aan het arbeidsproces, geëvacueerd naar Klun- dert, Standdaarbuiten en Fijnaart. Naast zijn legale werkzaamheden hield Pierens er ook illegale anti-Duitse praktij ken op na. In het pakhuis aan de Bree- straat had Pierens vanaf het begin van de bezetting een aantal inboedels in opslag van in het buitenland verblijvende 'vijandi ge' personen waaronder marineofficieren in Nederlands-lndië en enkele Joodse families. Gedurende de gehele oorlog heeft Pierens deze inboedels met risico voor eigen leven en dat van zijn familie voor de Duitsers verborgen gehouden. Andere illegale opslag en transporten door Pierens betroffen goederen die onder diverse inleveringsbesluiten vielen, zoals in 1941 dit het geval was voor koper, nikkei, tin, lood en legeringen van deze metalen. Met de meubelhandkar haalde Pierens bij betrouwbare klanten en vrienden kostbare en antieke voorwerpen van tin en koper op, die hij afdekte met een matras en wat meubilair. Toen bij wijze van strafmaatregel op 13 mei 1943 alle radiotoestellen ver beurd werden verklaard en moesten wor den ingeleverd, gingen veel radio's dezelf de weg naar de meubelbergplaats aan de Breestraat. Voor deze opslag van radio's, koperen en tinnen voorwerpen heeft Pie rens bij de eigenaren niets in rekening gebracht. Na afloop van de oorlog heeft iedereen al zijn eigendommen weer terug gekregen. Bevrijding en wederopbouw In oktober 1944 werd de bevrijding voor de nog in Viissingen wonende burgers inge luid door bombardementen van de RAF op de dijken van Walcheren. Het gehele nieu we gedeelte van Viissingen ten noorden van de Singel, het Tuindorp en het Villa park, kwam dadelijk onder water te staan en werd gedurende een jaar door het zee water overspoeld. Eind oktober was het grootste deel van Walcheren ondergelo pen. Als gevolg van de inundatie werden ca. 17.000 inwoners van Viissingen geëva cueerd, circa 3.000 burgers bleven in de stad achter. Na een voorafgaand artillerie bombardement vanuit Zeeuws-Vlaanderen en na hevige straatgevechten was ook Viissingen in de avond van 3 november bevrijd. Zowel het pakhuis aan de Bree straat als het pand aan de Spuistraat had den glasschade en granaatinslagen opge lopen, In de loop van november keerden de eerste bewoners, waaronder de familie Pierens, alweer terug naar de niet-onder- gelopen gedeelten van Viissingen. Veel bewoners hadden hun huizen op 11 okto ber overhaast moeten verlaten vanwege het snel opkomende water, zodat alle huis raad was achtergebleven. In de winter van 1944-1945 begon Pierens met de berging van de inboedels uit de ondergelopen huizen. Voor de opslag hier van nam Pierens een extra pakhuis in de Hobeinstraat in gebruik. De Provinciale Stoombootdienst had voor de berging uit de geïnundeerde stadsdelen een dienst met sloepen geopend vanaf het kruispunt Singel/Paul Krugerstraat. De tapissière van Pierens stond daar klaar om de goederen over te nemen en naar een van de pakhui zen te brengen. Voor transport beschikte Viissingen toen over 102 paarden en ca. veertig wagens, waarvan het merendeel voortdurend in gebruik was bij het puinrui men en de drinkwatervoorziening, terwijl de rest voor de voedselvoorziening reed en voor verhuizingen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2000 | | pagina 11