Voor het scheppen van woonruimte en de
berging van inboedels uit de onbewoonde
huizen was bij raadsbesluit van 28 novem
ber 1944 de Woningdienst ingesteld. Deze
viel onder de wethouder van gemeente
werken. Diverse inboedels werden tijdelijk
opgeslagen in lege winkelpanden. Ook
werd het huisraad wel opgeslagen in één
kamer van de desbetreffende woning, die
dan door de politie werd verzegeld. De
overige kamers in het huis konden dan
voor huisvesting van teruggekeerde eva
cués worden benut.
Begin januari 1945 was het inwonertal van
Vlissingen inmiddels gestegen tot ca.
13.250. Nog 10.000 inwoners waren elders
geëvacueerd. Pas in 1950 was de oorlogs
schade zover hersteld dat de stad weer
ongeveer het inwonertal van begin 1940
had, namelijk 23.053.
De eerste vijf jaar na de oorlog was een
drukke tijd voor de twee verhuisbedrijven
in Vlissingen, de firma's Pierens en Blijen-
berg. Dit vanwege de terugkeer van de
evacués. Pierens moest daarnaast nog alle
zaken afwikkelen met de klanten die gedu
rende de oorlogsjaren hun inboedel in
bewaring hadden gegeven. De afwikkeling
van de inboedelopslag van klanten die tij
dens de oorlog in het buitenland hadden
verbleven, verliep niet altijd zonder proble
men. In een aantal gevallen van overlijden
moesten de nabestaanden worden opge
spoord en moest de teruggave van de
inboedel door de notaris worden afgewik
keld. Het pakhuis in de Breestraat werd in
1946 aan de gemeente verkocht.
De tarieven voor de opslag voor een in
boedel lagen vóór 1940 tussen ca. 16,-
en 24,- per maand, na 1945 tussen ca.
25,- en 40,- per maand.
In 1946 werd de samenwerking met de
gebroeders De Klerk weer hervat voor
interlokale verhuizingen per auto. Er werd
in combinatie verhuisd met vier tot vijf man
eigen personeel. Stadsverhuizingen wer
den door Pierens nog steeds zelf uitge
voerd met de paardentapissière.
Overleven in een gemotoriseerde tijd,
1950-1983
Vanaf 1950 stabiliseerde zich het normale
patroon van vier tot zes verhuizingen per
week, gemiddeld één per dag. Hieronder
viel ook het nieuwe bejaardencentrum Ter
Reede. Tussen 1951 en 1958 werden door
Pierens 22 overzeeverpakkingen uitge
voerd, aanvankelijk vooral naar Indonesië,
maar spoedig ook naar de emigratielanden
Amerika en Canada. Europese verhuizin
gen werden hoofdzakelijk naar en vanuit
België uitgevoerd voor het Belgische
loodswezen.
Na het overlijden van J. Pierens in decem
ber 1955 werd de bedrijfsvorm omgezet in
een vennootschap onder firma met als
vennoten de heer A. en mevrouw Ch. Pie
rens (broer en zus). In 1958 werd de laat
ste stadsverhuizing met de paardentapis
sière uitgevoerd.
In 1960 begon voor de firma Pierens een
lange periode van onzekerheid, omdat het
pand Spuistraat 9 in een stadssanerings-
plan was opgenomen. Hervestiging op het
industrieterrein bleek geen reële optie van
wege de gevorderde leeftijd van de firman
ten en het ontbreken van een opvolger.
Pas in december 1979 was de gemeente
Vlissingen zover dat het pand werd aange
kocht voor de sloop.
De grootste opdracht die de firma Pierens
in de jaren zestig kreeg, was de verhuizing
van de gemeentelijke diensten naar het
nieuwe stadhuis aan de Paul Krugerstraat.