het eiland gebannen werden. Het is op Walcheren meerdere malen voorgekomen dat iemand voor het leven verminkt raakte, waarvan hier een enkele voorbeelden. Behalve dat de 18-jarige Jasper Jacobs- zoon uit Middelburg op het schavot werd gegeseld, werd met een schaar zijn neus gespleten. Hij was wegens bedelarij door burgemeesters en schepenen van deze stad op 13 juli 1531 tot die straf veroor deeld. Na veel overlast in Arnemuiden te hebben veroorzaakt, ging Pieter Janszoon Mun- ninck uit Haarlem begin april 1540 te voet naar Middelburg. Hier stapte hij aan boord van een schuit die met volk onderweg was naar Veere. Tijdens de reis bedreigde en sloeg hij verschillende passagiers, die doodsangsten uitstonden. In Veere aange komen ging hij naar het huis De Halve Maan op de Kaai, waar hij eveneens veel trammelant veroorzaakte. Toen hij 's avonds laat naar buiten ging, maakte hij op de haven zoveel lawaai dat de mensen er niet van konden slapen. Bij twee huizen gooide hij de ramen in en eiste van de bewoners wijn of bier. Tot 's morgens vroeg maakte hij dreigend met zijn mes de stad onveilig en toen hij ten slotte door de dien ders in de kraag werd gevat, verweerde hij zich zo heftig dat een van hen gewond raakte. Hierop werd hij voorgeleid aan de baljuw en op 7 april sprak het college van burgemeesters en schepenen het vonnis uit. Hij werd veroordeeld tot het afzetten van zijn linkerhand, welk vonnis door de scherprechter op een schavot voor het stadhuis voltrokken werd. Daarna werd hij voor tien jaar van het eiland Walcheren verbannen. Zijn hand werd vastgenageld aan het stadhuis, zodat een ieder wist wat hem te wachten zou staan als hij zich schuldig zou maken aan een dergelijk ver grijp. Gegeseld en het voorste lid van zijn linker duim afgezet, was de straf die bootsman Philips Suffla uit Pommeren moest onder gaan. Hij had verschillende inwoners van de stad Veere met een bijl bedreigd, ruiten ingegooid en gevochten. Hij was hier door Zestiende-eeuwse afbeelding van een galg. Tekening opgenomen in het 'Waerheytsbouck van Zierikzee'. (Zeeuws Archief, Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden, inv.nr. 3847, fol. 216v) burgemeesters en schepenen op 4 augus tus 1542 toe veroordeeld. Op 2 mei 1546 werd Dierick Pieterssen uit Amsterdam, die al eerder in zijn geboorte plaats gegeseld was, door burgemeesters en schepenen van Middelburg wegens diefstal voor de tijd van drie jaar van het eiland Walcheren verbannen. Toen hij enige jaren later weer in Veere werd gesig naleerd en ook hier weer begon te stelen, werd hij opgepakt en in de gevangenis gezet. Volgens het vonnis van burgemees ters en schepenen van Middelburg zou

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2000 | | pagina 27