Beelden Verschillende keren is het op Walcheren voorgekomen dat iemand veroordeeld werd tot het laten maken van een stenen beeld ter versiering van het stadhuis. De reden waarom Cornelis Symons hier toe op 31 juli 1515 in Middelburg werd ver oordeeld is niet meer na te gaan omdat het archief van de stad in 1940 is ver brand, Zijn straf luidde dat hij in de kerk om vergiffenis voor zijn daad moest bid den, de baljuw acht Rijnse guldens moest betalen en een beeld moest laten maken, dat een plaats voor het stadhuis zou krij gen. Ook kon hij ervoor kiezen om dit laat ste door het stadsbestuur te laten verzor gen, waarvoor hij hen dan wel £4:10:-vls. (zevenentwintig gulden) verschuldigd was. Op 2 oktober 1516 veroordeelden burge meesters en schepenen van Veere de molenaar Philips Janszoon wegens het beledigen van een der schepenen tot het laten maken van twee stenen leeuwen ter versiering van de pui van het nieuw gebouwde stadhuis. Hieraan voorafgaande moest hij een bedevaartstocht maken naar Sint Adriaen te Geertsbergen om daar een kaars van een half pond was te offeren. Terug in Veere gekomen moest hij het stadsbestuur 6 haagbossen van ieder 10 schelling (drie gulden) geven, plus 9 Rijnse guldens voor het laten maken van de twee leeuwen. Vervolgens moest hij in de vier schaar de beledigde persoon om vergiffe nis vragen. Omdat enkele maanden later bleek dat de molenaar het vonnis aan zijn laars had gelapt en niet tot de uitvoering ervan was overgegaan, werd hij opnieuw berecht. Ditmaal werd hij voor een periode van tien jaar uit de stad en het eiland Wal cheren verbannen, terwijl het vorige vonnis ook van kracht bleef. Op 31 januari 1517 werd Piet Corstiaens- zoon, die een bode die bij hem aan de deur kwam uitgescholden had, door burge meesters en schepenen van Veere veroor deeld tot het geven van zes Philipsgulden om een beeld te laten maken voor het stadhuis. Tevens moest hij de fortificatie meesters tienduizend Zeeuwse bakstenen schenken. Geradbraakt In het jaar 1663 woonde Mauris Cornelis- sen met zijn gezin in Zanddijk, waar hij ook geboren was. Mauris was geen lieverdje want hij fraudeerde regelmatig met de plaatselijke belastingen, en ook bleek hij af en toe zijn vrouw ontrouw te zijn. Het gebeurde dan ook vaak dat hij bij de schout op het matje geroepen werd. Op 24 juni 1663 was het weer zover. Mau ris had voor de zoveelste keer geknoeid met de accijnzen op de bieren en de wij nen. Op deze bewuste zondag kwamen twee gerechtsdienaren uit Zanddijk hem thuis ophalen om hem over te brengen naar de gevangentoren in Veere. Tussen de Zanddijkse en de Arnemuidse Poort kwam de kar in een verkeerd spoor terecht en kon men niet verder. Terwijl een van de gerechtsdienaren de kar weer in het goede spoor probeerde te krijgen, zag Mauris zijn kans schoon en trok plotseling een mes. Hiermee gaf hij een van de dienders een fikse steek in zijn borst, waarop deze neer viel. De tweede diender, die zijn collega te hulp snelde, kreeg eerst een steek in zijn hand, om vervolgens door twee steken in de borst eveneens gevloerd te worden. Beide dienders stierven kort hierop. Mauris, die intussen de benen had geno men, werd al spoedig in de kraag gegre pen door enige soldaten die op het

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2000 | | pagina 29