Nieuwe uitgaven
'k Sieleze
Vlissingen was een waar pesthuis, zoals
een Duits officier in dienst van Napoleon
zich in 1810 uitdrukte. Tweederde van het
garnizoen liep ziek of half ziek in de stad
rond en de kazernes waren bijna ais hos
pitalen te beschouwen; men kon ze reeds
van ver ruiken.
De Fransen probeerden dit probleem op te
lossen door het oprichten van een kamp
met rieten hutten voor drieduizend man
tussen Westkapelle en Domburg. Maar er
schijnt aan dat kamp nog heel wat ontbro
ken te hebben. In het hospitaal in Middel
burg kwamen de ernstigst zieken, dagelijks
dertig tot veertig man, terecht.
A.A. Noest
Geraadpleegde literatuur:
- George Hargrove'An account of the Islands
of Walcheren and South Beveland', Dublin
1812.
-J.H. Deibei, 'De Engelsen in Zeeland 1809',
Middelburg 1909.
Om niet te vergeten. Opgetekende ver
halen van vooroorlogs Walcheren
ledereen heeft in zijn of haar familie wel
verhalen over vervlogen tijden. Soms
komen dezelfde verhalen in verschillende
families bij elkaar. Zo bleek mij pas na de
kennismaking met mijn schoonfamilie dat
de oma van mijn vrouw een vroeger speel
genootje was van mijn oma. Er is zelfs een
foto van zes kleine meisjes die omstreeks
1904 op de naaischool in Koudekerke
zaten, in de tijd dat ik mijn schoonoma
(volgens de spellingcontrole op mijn com
puter bestaat dit woord nog ook) leerde
kennen, was zij de enige nog levende
vrouw van het vrolijke zestal. Zij wist te
vertellen dat ze na schooltijd met mijn oma
naar het winkeltje van mijn oma's opa (of
haar tante; dat bleek niet meer na te gaan)
ging om daar snoep te krijgen. Het was
wel prettig dat je vriendin zo'n familieband
met snoepgoed had.
Dit alles schoot me te binnen bij het lezen
van Een cent van 't blad, een verzameling
uit de mond van oude Walchenaren opge
tekende verhalen. Peter Louwerse en
Anton Sinke hebben met oude mensen die
het Walcheren van voor de oorlog goed
kenden, gesproken. Met oorlog wordt
soms zelfs de Eerste Wereldoorlog
bedoeld.
Het boek is voor oudere lezers een feest
der herkenning. Maar ook jongeren die
goed hebben geluisterd naar de verhalen
van hun opa's en oma's, kunnen er veel
herkenbaars in vinden. Zo komen de Wal-
cherse boeren er in de verhalen van de
voormalige landarbeiders over het alge
meen niet best van af, wat de stereotypen
alleen maar versterkt. De hongerloontjes,
de afhankelijkheid, de lange werktijden; er
zijn maar weinig mensen die naar dat deel
van hun jonge jaren terugverlangen. De
rust was een goede zaak, en de eenvoud