een puinhoop over. Evert Biaas besloot in
de voetsporen van zijn vader te treden en
begon een opleiding aan de Handelsdag-
schooi in het pand Dam 61 in Middelburg.
Vanaf 1903 had hier Leonhard Schorer
(1848-1907) als laatste van zijn geslacht
gewoond. Hij was burgemeester van Mid
delburg. Na zijn plotseling overlijden was
zijn weduwe Elisabeth Hendrika Reinhar-
dia Plaat in 1909 van de Dam naarTooren-
vliedt verhuisd.
Na de Handelsschool volgde Evert Blaas
nog een technische opleiding aan de
Ambachtsschool. Eind november 1943
moesten veel leerlingen gaan helpen bij de
verdediging van ons land. Evert kwam
terecht op Toorenvliedt.
Op het moment dat de geallieerden steeds
dichterbij kwamen, moest Toorenvliedt als
hoofdkwartier van de Duitse troepen nog
meer beveiligd worden. De oorlog beteken
de echter ook de ondergang van het stati
ge gebouw.
Na de pensionering van Evert Blaas senior
werd Bram Leer tuinbaas op Toorenvliedt.
Hij bewoonde met zijn gezin de tuinbaas
woning. De bakoven werd in 1936 ge
sloopt, gelijk met de vernieuwing van het
dak van de keuken en de loods. Er werd
een echt toilet aangebouwd en vanaf die
tijd was de woning aangesloten op de
waterleiding. De gemoderniseerde keuken
kreeg een houten vloer, een aanrecht en
een tochtportaal. Verder beschikte de fami
lie Leer over twee ruime, hoge kamers met
elk een bedstede, een muurkast en een
heel breed raam met blinden. De zoge
naamde woonkamer werd verwarmd met
een grote ovale houtkachel. De andere
kamer was de voorkamer, met een mooie
schouw met tegeltjes. Ook stond er een
grote tegelkachel.
In de stal stond altijd wel een Walcherse
verenwagen of ander gerij gestald en daar
van kon de familie Leer gebruik maken bij
trouwerijen, begrafenissen en visites. Ze
werden ook ingespannen voor het jaarlijk
se spelerijden Walcheren rond.
Voor Evert Blaas was de functie van tuin
baas een belangrijk onderdeel van zijn
leven, hij behartigde de belangen van de
families Schorer en Huizinga zeer plichts
getrouw en weerde eenieder die daar
inbreuk op kon maken. Zelfs zijn eigen
kleinzoons kwamen niet in het grote huis.
Voor de familie Leer was dat toch enigs
zins anders. Men woonde weliswaar mooi,
maar als tegenprestatie moest de boel
onderhouden en bewaakt worden. De tuin
en de boomgaard moesten worden geëx
ploiteerd en er moest worden getracht
zoveel mogelijk te produceren om inkom
sten te verwerven.
Adrie Leer was wel in de gelegenheid het
grote huis te bekijken. Voor hem bleef het
niet alleen beperkt tot de oranjerie. Aan de
hand van tekeningen en plattegronden
schetste hij de aanwezigen een duidelijk
beeld van de verschillende vertrekken.
Belangrijke personen kwamen binnen via
de voordeur en het gewone volk uiteraard
via de achterdeur.
In 1944 woonde de familie Leer op 't Zand,
in het huisje van de grootouders. Toen het
water zo hoog kwam dat ze daar niet kon
den blijven, vertrokken ze op een vletje
met wat mondvoorraad, kleren en bedden
goed naar Toorenvliedt, dat vanaf 14 okto
ber geheel verlaten was. Een geluk bij een
ongeluk was dat zij in het bovenkastje van
een der spiegelkasten een sigarenkistje
met vijftig prachtige sigaren vonden.
In die maanden oktober en november van