Laat het De Wete iveten werd geprezen. Het zijn de verhalen van een bouwvakker, een fruitteler, een baker, een molenaar, een kleermaker, een boe renechtpaar. Uit een van de verhalen van een boer blijkt hoe onschuldig vertier toen nog was: "Wij gingen tijdens Middelburgse kermis (begin augustus) altijd met de jon gelingsvereniging van de Gereformeerde Kerk naar de Korenbloem, een boerderij bij Serooskerke. We mochten niet naar die kermis toe, want daar zagen vele ouderen kwaad in. Je zat daar bij de Korenbloem in de boomgaard. Als het afgelopen was, gin gen we naar Domburg, naar een cafeetje. En dan reden we rond, naar Middelburg en dan weer naar huis." Ook het verhaal van de mensen die het beter hadden is boeiend, zoals het relaas van meester Koppejan, die niet in het boe renbedrijf wilde maar onderwijzer werd op voorspraak van de dominee. Hij schopte het tot leraar Nederlands aan de Pedago gische Academie in Gouda. Of het verhaal van mevrouw De Casembroot, echtgenote van de zo geliefde Commissaris van de Koningin in de periode 1948-1965. Zij zegt (wat Jan Zwemer 'onthulde' in zijn boek over Zeeland tussen 1945 en 1950) dat haar man Commissaris werd door toedoen van koningin Wilhelmina, terwijl er al een ander op de nominatie stond. Zij besluit het interview ook mooi. Ze heeft zich nooit eenzaam gevoeld: "Mijn man was enorm geliefd. Hij had veel vrienden, en die zijn me nooit vergeten." Door dit soort verhalen op te schrijven, wordt het verleden van de mensen die ons allemaal zijn voorgegaan, ook niet verge ten. Een mooi en belangrijk werk. Robbert Jan Swiers Peter Louwerse en Anton Sinke: 'Een cent van 't blad. Leven en werken in voor oorlogs Walcheren', De Koperen Tuin, Goes 2000, gebonden, 190 pagina's, prijs 37,50. Een reizende bedelaar De heer J.C. van Winkelen uit Serooskerke heeft verhalen van zijn inmiddels overle den ouders en broer gehoord over de rei zende bedelaar Gerrit Mulder. In de eerste decennia van de twintigste eeuw waren er in ons land veel reizende bedelaars met of zonder vaste woon- of verblijfplaats. Ook op Walcheren was dit het geval. Er waren ook negotianten die langs de deur kwa men om allerlei artikelen aan de man te brengen, zoals ansichtkaarten, schoenve- ters, schoenen, scheerzeep en noem maar op. Bekende namen waren Kees Laatje- scheren, de dames Tanne en Kee, Jane Pape, Kees van Tol, de heer Simons en Kees Aarnoutse. Gerrit Mulder was minder bekend. De heer Van Winkelen schrijft over hem: "Hij trok omstreeks 1925 op Walcheren rond en probeerde op allerlei manieren aan de kost te komen. Hij was afkomstig uit het gehucht Wessinge bij Doornspijk op de Veluwe (Doornspijk behoort thans bij de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2000 | | pagina 37